Hoofdstuk 2
d
Plaats papier, etiketten of enveloppen in
de MP-lade. Zorg ervoor dat:
het aantal enveloppen in de MP-lade
niet hoger is dan 3.
het papier, de etiketten of de
enveloppen niet boven de
maximummarkering uitsteken (1).
De zijde van het papier waarop wordt
afgedrukt moet naar boven liggen.
1
16
e
Stuur de afdrukgegevens naar de
machine.
Opmerking
• Verwijder iedere afgedrukte enveloppe
onmiddellijk, om een opstopping te
vermijden.
• Als het dikke papier omkrult tijdens het
afdrukken, plaatst u slechts één vel per
keer in de MP-lade en opent u het
achterdeksel (opwaarts gerichte
uitvoerlade) om ervoor te zorgen dat de
afgedrukte pagina's worden uitgeworpen
op de opwaarts gerichte uitvoerlade.
f
Sluit het achterdeksel (opwaarts
gerichte uitvoerlade).