Handleiding
7.0
MACHINE SPECIFICATIES
Pneumatisch systeem
• Drukregelaarregelaar: filtert water en vuil in de lucht uit. De drukregelaar regelt de druk op
de machine. Verhoog de druk door met de klok mee te draaien en verlaag de waarde door
tegen de klok in te draaien.
• Magnetische klep: Controleert de werking van de luchtcilinders.
• Drukmeter: Wordt gebruikt om de drukinstelling weer te geven. De bovenste lasroller wordt
gebruikt om de drukinstelling van de bovenste lasroller weer te geven.
• Luchtcilinder: De bovenste eenheid/trekker Luchtcilinders worden gebruikt voor het openen
en sluiten van de lasrol en trekkersrol. De cilinder van de warmtebeveiliging regelt het in- en
uitschakelen van het warmtesysteem.
• Trekker Drukgrensregeling: Zie Pagina 21 voor de aanpassingsprocedure.
Andere
• Voedingskringbreker: Wordt gebruikt voor de beveiliging van de algemene voeding van de
complete machine.
• Rechtse Pedaalschakelaar: Hiermee regelt u de lassen van de lasrol en het openen en
sluiten van de lasrollen en de trekker (als de trekker ingeschakeld is).
• Linker Pedaalschakelaar: Controleert het starten en stoppen van de naadbediening.
HOOFDSTUK 7 MACHINE SPECIFICATIES
Pagina 14