Inhoudsopgave
Advertenties
NL
11.1. Automatisch oppompen
Dit apparaat heeft vier vaste drukinstellingen: 190 mmHg, 230 mmHg, 270 mmHg en 300 mmHg. Als een druk
van 190 mmHg niet voldoende is of men met de pols beweegt, past het apparaat automatisch een geschikte druk
toe om een succesvolle meting te garanderen. Dit is geen fout.
11.2. Snelle luchtverwijdering tijdens de meting
Als u zich tijdens de meting niet lekker voelt of de meting om een andere reden af wilt breken, druk dan op de
"
"-toets. Het apparaat laat de lucht in de manchet snel weer eruit en gaat over naar de stand-by-modus.
11.3. Onregelmatige hartslag
Als het meetapparaat tijdens het meten minimaal tweemaal een onregelmatig hartritme
vaststelt, dan verschijnt op het display samen met de meetresultaten het symbool voor een
onregelmatige hartslag "
gemiddelde ritme dat tijdens het meten van de systolische en diastolische bloeddruk
bepaald wordt. Raadpleeg uw arts als het symbool voor een onregelmatige hartslag "
vaak samen met uw meetresultaten verschijnt (zie afb. 11).
Afb. 11
24
7. PJN341-18_GA-NL_HHD_BDH612_Blutdruckh._14.06.18
Donnerstag, 14. Juni 2018 13:43:46
". Een onregelmatig hartritme ligt 25% boven of onder het
INGEBRUIKNEMING
"
Advertenties
Inhoudsopgave
