Inhoudsopgave
Advertenties
12 Voordat u met de zaag aan de slag gaat
Telkens voordat u met de zaag aan de slag gaat, dient u het volgende te controleren:
Controleer of de handbescherming (12) onbeschadigd is.
Controleer of de handgrepen schoon, droog en vrij van olie en vet zijn.
Controleer of alle onderdelen correct bevestigd en onbeschadigd zijn.
Controleer of de kettingvanger in goede staat verkeert en onbeschadigd is.
Controleer de spanning van de ketting.
Controleer het oliepeil. Vul indien nodig bij met olie.
Controleer of de aan-/uitschakelaar en startversperring correct werken.
Controleer of de kettingrem correct werkt.
Belangrijk:
– Gebruik de kettingzaag niet als deze beschadigd is of niet goed werkt.
– Beschadigde onderdelen moeten worden gerepareerd of vervangen voordat de kettingzaag wordt gebruikt.
12.1 De kettingrem controleren
De kettingrem stopt de ketting onmiddellijk in het geval van terugslag.
1. Plaats de kettingzaag op de grond.
2. Start de kettingzaag.
3. Duw de kettingremhendel naar voren. Zie afb. 12 en afb. 13.
De ketting dient onmiddellijk te stoppen.
12.2 De smering van de ketting controleren
Gebruik de kettingzaag niet als deze niet voldoende is gesmeerd.
1. Vul indien nodig bij met olie.
2. Start de kettingzaag.
3. Houd het zaagblad 15 seconden lang ongeveer 15 cm boven een geschikt oppervlak.
Als de kettingsmering correct werkt, dienen er oliedruppels op de oppervlakte te vallen.
Æ
20
Advertenties
Inhoudsopgave
