10 Assemblage
Waarschuwing
Het apparaat incorrect of onvolledig in elkaar zetten, kan leiden tot fataal of ernstig persoonlijk letsel.
Volg de instructies.
Zet vóór gebruik volledig in elkaar.
10.1 Het zaagblad en de ketting bevestigen
1. Draag beschermende handschoenen.
2. Draai de kettingspanknop (9) los. Zie afb. 3.
3. Til de afdekking eraf. Zie afb. 4.
4. Plaats de ketting rondom het zaagblad. Controleer de draairichting. Zie afb. 5.
5. Plaats het zaagblad met de gleuf over de geleider. Zie afb. 6.
6. Bevestig de afdekking.
7. Draai de kettingspanknop een beetje aan. Zie afb. 7.
Hierna: Span de ketting.
10.2 De ketting spannen
Een nieuwe ketting moet na maximaal 5 sneden worden gespannen. Nadat de ketting eenmaal is ingelopen, hoeft
deze minder vaak te worden gespannen.
1. Draag beschermende handschoenen.
2. Draai de kettingspanknop (9) los. Zie afb. 3.
3. Til de top van het zaagblad een beetje op.
4. Draai de kettingspanknop vast. Zie afb. 7. Opmerking! Draai de knop niet te vast om overmatige slijtage van
de ketting en het zagblad te voorkomen.
De ketting is correct gespannen als deze tegen de onderkant van het zaagblad rust en gemakkelijk met de hand
Æ
kan worden voortgetrokken. Zie afb. 8.
10.3 Olie bijvullen
Belangrijk:
Gebruik uitsluitend ketting- en zaagbladsmeermiddel voor kettingzagen. Raadpleeg bij twijfel een deskundige.
1. Plaats de kettingzaag op een vlak oppervlak.
2. Veeg de olievuldop schoon.
3. Schroef de olievuldop los. Zie afb. 10.
4. Vul met kettingolie. Zorg ervoor dat er tijdens het bijvullen geen vuil terechtkomt in de olietank.
5. Schroef de vuldop er weer op.
6. Veeg gemorste olie weg.
18