Selecteer een symboolcategorie (Interpunctie, Wiskunde, etc.) met behulp van de toets
2
of
, of door herhaaldelijk op de toets Symbool te drukken en vervolgens een
symbool te selecteren met de toets OK of Enter.
Selecteer een symbool met de toets
3
Het geselecteerde symbool wordt ingevoegd in de tekstregel.
Bij het selecteren van symbolen:
• Druk de Shift-toets en de Symbool-toets om terug te keren naar de vorige pagina.
• Druk de Symbool-toets om naar de volgende pagina terug te keren.
Druk op de Escape-toets om terug te keren naar de vorige stap.
Symboolgeschiedenis gebruiken
U kunt uw persoonlijke categorie met symbolen maken met de functie Symboolupdate.
De "Historie" verschijnt voor het eerst als u symbolen selecteert, om u te helpen om de
gewenste symbolen snel te vinden.
Druk op de Menu-toets om het menu Setup weer te geven, en
1
selecteer dan "Symboolupdate" met de toets
Druk op OK of Enter om het scherm Symboolupdate weer te
2
geven en selecteer vervolgens "Aan" om uw persoonlijke
categorie te maken met behulp van de toets
Druk op OK of Enter om de instelling toe te passen.
3
Het scherm keert terug naar het tekstinvoerscherm.
Voer het gewenste symbool in dat u aan uw Historie wilt
4
toevoegen.
Zie "Symbolen invoeren met de symboolfunctie" op pagina 36
voor meer informatie.
Druk op de Symbool-toets.
5
De "Historie" wordt weergegeven, inclusief het symbool dat u bij
stap 4 hebt ingevoerd.
• U kunt tot 15 symbolen toevoegen aan de "Historie". Zodra er meer dan 15 symbolen worden
toegevoegd aan de "Historie", wordt het oudste symbool uit de categorie verwijderd.
• Als u de functie Symboolupdate niet meer wilt gebruiken, selecteert u "Uit" in het scherm
Symboolupdate.
,
,
of
en druk op OK of Enter.
of
.
of
.
NEDERLANDS
1
2
3
4
5
6
7
8
9
37
Symbolen invoeren