H O O F D S T U K 2
Uw projector installeren
Obstructies van het oppervlak
Er moeten zich geen objecten bevinden in het lege gebied tussen de onderkant van de
projectorarm en het geprojecteerde beeld. Objecten binnen dit gebied moeten worden verplaatst
of verwijderd voordat u uw interactieve projector gebruikt, omdat zij de aanrakingsfunctie
gedeeltelijk kunnen belemmeren.
Voorbeelden van algemene belemmeringen zijn:
Kabels of draden die voor het beeld hangen
l
Schroeven of spijkers die uit de muur of het bord steken
l
Oneffenheden of gaten in de muur
l
Kaartenrails op de muur of op het whiteboard
l
N B
Zie de Evaluatiehandleiding voor LightRaise interactieve projectors
(smarttech.com/kb/170402) voor meer informatie over het selecteren van een oppervlak.
Een locatie kiezen
Uw SMART-projector bevat een bevestigingssjabloon (smarttech.com/kb/170271). Met de
sjabloon kunt u het volgende doen:
Bepalen waar u de projector installeert in verhouding tot de pluggen in de muur en het
l
formaat van het projectieoppervlak.
De projector op een veilige hoogte monteren voor voldoende hoofdruimte, terwijl er ook
l
voldoende ruimte is voor luchtstroom en installatietoegang boven de eenheid.
Kies een locatie die ver is verwijderd van heldere lichtbronnen, zoals vensters en sterke
plafondverlichting. Heldere lichtbronnen kunnen afleidende schaduwen op uw interactive
whiteboard veroorzaken en het contrast van het geprojecteerde beeld verminderen.
12