Valse verstekken maken
Voor de productie van valse verstekken heeft de DSG-A een
gepatenteerde gedrukte schaal, waarmee de juiste hoek
tegelijkertijd kan worden ingesteld voor het bredere en
smallere werkstuk met slechts één beweging.
De procedure is heel eenvoudig.
Voorbeeld:
1.
Meet de breedte van het bredere werkstuk
(bijv. 180 mm)
2.
Meet de breedte van het smallere werkstuk
(bijv. 100 mm)
180
3.
Bereken factor
100
4.
De draaitafel met de grote loep (L) op
een factor 1,8 en klem (zie Figuur 10).
Dit resulteert automatisch in de juiste hoek voor het smal-
lere werkstuk (S) aan de linkerkant van de DSG-A en het bre-
dere werkstuk (B) aan de rechterkant van het zaagblad, zoals
geïllustreerd op Figuur 11.
De zijkanten voor het smalle en brede werkstuk worden ook
grafisch weergegeven op de draaitafel.
Tabel voor lengtecompensatie op de DSG-A
Met behulp van de tabel (zie sectie 2.5) kan de lengte compensatie maat worden ingesteld naast de hoeken
die zijn afgedrukt op de schaal van de verstekaanslag (zie Figuur 12).
Voorbeeld: Als de puntmaat 350 mm
moet worden ingesteld voor de hoek
17,5°, resulteert de lengtecompensa-
tie volgens de tabel op de volgende
pagina in de waarde 29,0 mm. Deze
waarde moet nu worden opgeteld bij
de waarde 350 mm (≙ 35 op de leng-
teschaal). De 0 op de schaal van de
aanslagrail moet dus congruent wor-
den ingesteld met 37,9 (≙ 379 mm)
op de lengteschaal.
De waarden gemarkeerd met een min, weergegeven in rood, moeten daarentegen worden afgetrokken van de
puntmaat.
BA_ST_DSG-A_NL_39-23.docx
= 1,8
37,9
Figuur 10: Factor op schaal instellen
Figuur 11: Hoek voor valse verstekken
Figuur 12: Lengtecompensatie via tabel
7