9.
De lengtemeting moet overeenkomen met de positie "0" (≙ 90°) op de hoekschaal ( Figuur 7).
10. Als de lengtemeting niet overeenkomt met de "0" positie, laat dan de aanslag DSG-A in de geklemde stand,
draai de schroeven van de schaal los en verplaats deze tot de 0 van het bovenste schaaldisplay precies over-
eenkomt met de gemeten waarde. Draai de schroeven vervolgens weer vast ( Figuur 7).
Voorbeeld: Als een stuk materi-
aal wordt gesneden met een in-
stelling van 110 mm, maar bij
opnieuw meten slechts 109 mm
is, moet het schaaldisplay wor-
den verschoven zodat de 0 over-
eenkomt met de waarde 10,9
(≙ 109 mm) op de onderste
schaal (zie Figuur 7).
11. Duw vervolgens de kleprail in
het andere profiel en contro-
leer ook hier de lengte.
Het feit dat de aanslagschaal verschillende markeringen heeft voor het aflezen van de lengtemeting,
maakt het mogelijk om de exacte lengtes in te stellen op de zaaglijn onder bepaalde hoeken.
Voorbeeld: Als de aanslag bijvoor-
beeld is ingesteld op een hoek van
22,5° en de lineaire maat zo is inge-
steld dat de markeringslijn op de
schaal onder de 22,5 congruent is
met een willekeurige maat (350 mm
als voorbeeld) op het meetlint in
het profiel, deze waarde wordt ge-
sneden als absolute lengte tot de
punt van het werkstuk ( Figuur 8).
Het meetlint in het profiel heeft twee meetreeksen:
1. Bovenste dimensie schaal
2. Onderste dimensie schaal
De maximale snijafmeting bij po-
sitie "0" of 90° is 1375 mm.
Als deze maat onder een hoek
van bijvoorbeeld 45° moet wor-
den gesneden, moet de klem-
schroef voor de kleprail worden
verplaatst ( Figuur 9).
BA_ST_DSG-A_NL_39-23.docx
10,9
Bevestigingsschroeven voor meetschaal
→
1. Aanslagklep
→
2. Aanslagklep (Afstand = 640 mm)
Figuur 7: DSG-A aanpassen (4)
Figuur 8: Voorbeeld instelling
Klemschroef
Figuur 9: Klemschroef voor kleprail
6