1. Veiligheidsbepalingen
Dit apparaat is gebouwd en getest volgens de veiligheidsbepalingen voor elektronische
meetapparatuur.
Het feilloos functioneren en de betrouwbaarheid van het apparaat kunnen alleen
gegarandeerd worden, als bij het gebruik de algemeen gebruikelijke veiligheidsmaatregelen
alsmede de apparaat –specifieke veiligheidsaanwijzingen in deze gebruiksaanwijzing in acht
worden genomen.
1.
Het foutloos functioneren en de betrouwbaarheid van het apparaat kunnen alleen onder
de klimatologische omstandigheden zoals die in het hoofdstuk "Technische specificaties"
gespecificeerd zijn, gegarandeerd worden.
2.
Koppel het apparaat, voor u het openmaakt, los van de voedingsspanning. Let er bij het
monteren van het apparaat en de aansluitingen op, dat alle onderdelen zijn beschermd
tegen directe aanraking.
3.
Let op de gebruikelijke voorschriften en veiligheidsbepalingen voor elektro -, zwak – en
sterkstroominstallaties, specifiek op de veiligheidsbepalingen die in uw land gebruikelijk
zijn (b.v. VDE0100).
4.
Ontwerp de schakeling bijzonder zorgvuldig bij het aansluiten op andere apparaten (b.v.
PC). Onder bepaalde omstandigheden kunnen interne verbindingen in andere apparaten
(b.v. verbinding GND met randaarde) leiden tot niet toegestane spanningspotentialen.
5.
Als er aangenomen kan worden dat gebruik van het apparaat zonder gevaar niet meer
mogelijk is, dient u het buiten gebruik te stellen en te beschermen tegen het in gebruik
nemen door derden door een desbetreffende aanduiding.
De veiligheid van de gebruiker kan in het geding zijn, als het apparaat b.v.
- zichtbaar beschadigd is
- niet meer functioneert zoals voorgeschreven is
- langere tijd onder ongunstige omstandigheden opgeslagen is.
Bij twijfel dient u het apparaat principieel naar de fabrikant te sturen voor reparatie /
onderhoud.
Waarschuwing: bij het gebruik van elektrische apparaten staan onderdelen
van deze apparaten onvermijdelijk onder gevaarlijke spanning. Bij het niet in
acht nemen van de aanwijzingen betreffende de veiligheid kan er daarom zwaar
letsel of zaakschade ontstaan. Alleen desbetreffend gekwalificeerd personeel
mag met dit apparaat werken. Het zonder problemen en veilig functioneren van
dit apparaat gaat uit van vakkundig transport, opslag, opstelling en montage,
alsmede van zorgvuldige bediening en onderhoud.
Gekwalificeerd personeel
Dit zijn personen die vertrouwd zijn met opstelling, montage, ingebruikneming en gebruik van
dit product en die beschikken over die kwalificaties die met hun werkzaamheden
overeenkomen.
Bijvoorbeeld:
•
Opleiding of scholing resp. de bevoegdheid om stroomcircuits en apparaten /
systemen volgens de normen van de veiligheidstechniek in – en uit te schakelen, vrij
te schakelen, te aarden en te kenmerken.
•
Opleiding of scholing volgens de norm van de veiligheidstechniek in onderhoud en
gebruik van passende veiligheidsuitrusting.
•
Scholing op het gebied van eerste hulp.
3