De
kamerthermostaat
bepaalt
verwarmen/koelen; dit is niet mogelijk met de gebruikersinterface.
Verwarmen van water voor huishoudelijk gebruik
Verwarming van water voor huishoudelijk gebruik gebeurt zoals
beschreven in
"Toepassing 2" op pagina
Toepassing 4
Toepassing voor koelen en verwarmen van ruimten zonder op de
unit aangesloten kamerthermostaat, maar met een kamer-
thermostaat voor alleen verwarmen voor de vloerverwarming en een
thermostaat voor koelen/verwarmen voor de ventilatorconvectoren.
Verwarmen door middel van vloerverwarmingslussen en ventilator-
convectoren.
Koelen
alleen
ventilatorconvectoren.
1
2
3
4
1
Unit
2
Warmtewisselaar
3
Pomp
4
Afsluiter
5
Verdeelstuk
(lokale levering)
7
Omloopklep
(lokale levering)
11
Gemotoriseerde
2-wegsklep voor
uitschakelen van de
vloerverwarmings-
lussen tijdens koelen
(lokale levering)
Pompwerking
Zonder op de unit (1) aangesloten thermostaat kan de pomp (3)
worden geconfigureerd om te werken zolang de unit is ingeschakeld,
of tot de vereiste watertemperatuur is bereikt.
LET OP
Meer informatie over de configuratie van de pomp
vindt u in
"Configuratie van de pompwerking" op
pagina
21.
E(D/B)(H/L)Q011~016AA6V3+W1
Unit voor lucht-water-warmtepompsysteem
4PW51121-1C
de
AAN/UIT-instelling
6.
door
middel
van
5
I
T4
T5
11
12
FCU1
T
FCU2
5
FCU3
M
M
FHL1
FHL2
12
Gemotoriseerde
2-wegsklep voor
activering van de
kamerthermostaat
(lokale levering)
FCU1..3
Ventilatorconvector
met thermostaat
(lokale levering)
FHL1..3
Vloerverwarmingslus
(lokale levering)
T
Kamerthermostaat voor
alleen verwarmen
(lokale levering)
T4..6
Individuele kamer-
thermostaat voor met
ventilatorconvector
verwarmde/gekoelde
kamer (lokale levering)
I
Gebruikersinterface
van
Verwarmen en koelen van ruimten
Afhankelijk van het seizoen kiest de klant met de gebruikersinterface
koelen of verwarmen.
De unit (1) begint te werken in de koel- of de verwarmingsstand om
de doeltemperatuur van het uitgaande water te bereiken.
Wanneer de unit in de verwarmingsstand staat, is de 2-wegsklep (11)
open. Warm water wordt zowel naar de ventilatorconvectoren als
naar de vloerverwarmingslussen gestuurd.
Wanneer de unit in de koelstand staat, is de gemotoriseerde
2-wegsklep (11) gesloten om te voorkomen dat koud water in de
vloerverwarmingslussen (FHL) wordt gestuurd.
Wanneer meerdere lussen in het systeem door op afstand
de
gestuurde kleppen worden afgesloten, moet mogelijk een
omloopklep (7) worden gemonteerd om te voorkomen dat
de beveiliging met debietschakelaar wordt geactiveerd. Zie
ook
7
De bedrading van de 2-wegsklep (11) verschilt voor een
NC-klep (normaal gesloten) en een NO-klep (normaal
open)!
T6
aangegeven in het bedradingsschema.
Via de gebruikersinterface wordt de AAN/UIT-instelling van
verwarmen/koelen bepaald.
O
VERZICHT VAN DE UNIT
Openen van de unit
FHL3
Deur 1
toegang tot de compressorruimte en elektrische onderdelen
Deur 2
toegang tot de elektrische onderdelen van de hydraulische ruimte
Deur 3
toegang tot de hydraulische ruimte
Schakel alle voedingen uit — d.w.z. de voeding van de unit
en de voeding van de backupverwarming en de tank voor
sanitair water (indien van toepassing) — voordat u deur 1
en 2 verwijdert.
Onderdelen in de unit kunnen heel warm zijn.
"Toepassing 2" op pagina
6.
Sluit
de
juiste
aansluitpunten
2
2
1
3
aan
zoals
Montagehandleiding
8