6
|
Richtlijnen met betrekking tot mogelijke toepassingen
Uitgebreide handleiding voor de installateur
36
Opstelling
A Aanvoerwatertemperatuur secundaire zone
B Kamer 1
C Kamer 2
D Aanvoerwatertemperatuur primaire zone
E Kamer 3
a Warmtepompconvectoren (+ controllers)
b Speciale
kamerthermostaat)
▪
Voor de primaire zone: de kamertemperatuur wordt geregeld door de speciale
interface voor menselijk comfort (BRC1HHDA, die als kamerthermostaat wordt
gebruikt).
▪
Voor de secundaire zone:
-
De externe thermostaat is rechtstreeks op de binnenunit aangesloten.
-
De gewenste kamertemperatuur wordt ingesteld via de externe thermostaat
en de thermostatische kleppen van de radiatoren in elke kamer.
-
Het signaal voor vraag naar verwarming van de externe thermostaat is in
parallel op de digitale input van de binnenunit aangesloten (X2M/35a en
X2M/30).
De
aanvoerwatertemperatuur leveren wanneer dit werkelijk gevraagd wordt.
Configuratie
Instelling
Temperatuurregeling van de unit:
▪
#: [2.9]
▪
Code: [C-07]
B
A
D
interface
voor
menselijk
binnenunit
zal
alleen
2 (Kamerthermostaat): De unit werkt
op basis van de omgevingstemperatuur
van de speciale interface voor menselijk
comfort.
Opmerking:
▪
Primaire kamer = speciale interface
voor menselijk comfort gebruikt als
kamerthermostaatfunctie
▪
Andere
kamerthermostaatfunctie
C
a
a
E
b
comfort
(BRC1HHDA
de
gewenste
Waarde
kamers
=
EPRA14~18DAV3+W1 + ETVZ16S18+23EA6V+9W
Daikin Altherma 3 H HT F
4P644739-1 – 2021.02
gebruikt
als
secundaire
externe