4. Sluit het apparaat aan op een geschikt enkelvoudig stopcontact.
5. Kies de juiste temperatuur voor het voedsel dat u gebruikt.
Door de traploze energieregelaar (1-12) bij te stellen, kan de inhoud van het fornuis
met regelmatige tussenpozen verwarmd worden.
Het groene werkingslampje blijft gedurende de gehele opwarmtijd branden.
De opwarmtijd hangt af van de hoeveelheid inhoud en de temperatuur van het
voedsel, en ook van de temperatuur van het water in de buitenpan.
6. Neem indien nodig heet voedsel uit de soeppan. Open hiervoor het deksel met
het thermisch geïsoleerde handvat en klap het opzij.
7. Serveren de gerechten.
8. Sluit na het uitnemen van het voedsel het deksel van het apparaat weer om
warmteverlies te beperken.
9. Zet de energieregelaar op de "0"-stand als het apparaat niet meer gebruikt
wordt. De apparaat van het lichtnet halen (de stekker uit het stopcontact
trekken!)
Droogloopbeveiliging
Het apparaat is uitgerust met een veiligheid tegen droogloopbeveiliging.
NL
Als het apparaat per ongeluk aan wordt gezet zonder water of met een kleine
hoeveelheid water, dan gaat deze veiligheid aan en zal het apparaat automatisch
worden uitgeschakeld.
Schakel in dat geval het apparaat uit en laat het afkoelen. Zodra het is afgekoeld,
kunt u de buitenbak met vers water vullen en het apparaat weer gewoon gebruiken.
14 / 16
Installatie en bediening
100061