IN S T A LLA TIE H A N DLE ID IN G
Ø
Plaats de batterijen in de batterijhouder en plaats deze in de bestemde beugel (zie paragraaf 5.14);
Ø
Sluit de ontvanger aan en plaats deze in de daarvoor bestemde houder (zie paragraaf 6.1 en Bijlage 3, afb. 13);
Ø
Stel de communicatiecode in tussen ontvanger en afstandsbediening (zie paragraaf 6.2).
Ontsteek het toestel niet voordat het volledig is geïnstalleerd.
!Let op
Ø
Plaats het profiel terug in het toesel en zet dit vast met de parkers;
Ø
Plaats de bak om de brander terug in het toestel.
Positioneer de bak om de brander op de juiste plaats door middel van de aanslagranden (maximaal naar voren).
!Let op
5.10.2 Aansluiten verbrandingsgasafvoersysteem
In geval van een nieuw te bouwen boezem (zie paragraaf 5.7):
Ø
Sluit de pijpstukken of de flexibele RVS afvoerpijp aan.
In geval van een bestaande stookplaats (zie pagragaaf 5.7):
In geval van een bestaande stookplaats met schoorsteenkanaal kan de flexibele RVS afvoerpijp van binnenuit
aangesloten worden:
Ø
Verwijder de parkers uit de afdichtplaat en neem deze afdichtplaat uit het toestel (zie Bijlage 3, afb. 14);
Ø
Verwijder de parkers waarmee de aansluitstomp is bevestigd en neem de aansluitstomp boven uit het toestel (zie
Bijlage 3, afb. 15);
Ø
Bevestig de flexibele RVS afvoerpijp aan de aanluitstomp en plaats deze terug met de parkers in het toestel;
Ø
Plaats de afdichtplaat terug in het toesel en zet deze vast met de parkers.
5.11 Afstellen toestel
Het toestel dient zo afgesteld te worden, dat het in combinatie met het toegepaste afvoersysteem goed
functioneert.
Bij een verbrandingsgasafvoersysteem korter dan 6 meter moet de restrictie in de aansluitstomp worden aangepast
!Let op
(zie Bijlage 2, tabel 5 en 6):
Ø
Neem de restrictie uit de aansluitstomp (zie Bijlage 3, Afb. 16 (R));
Ø
Breek de kleine ring (A) uit de restrictie door deze heen en weer te bewegen, totdat deze los komt. Er blijft een
grote doorlaat over (B);
Vervorm de ring niet, de restrictie moet vlak zijn.
!Let op
Ø
Plaats de restrictie terug in de afvoerstomp.
5.12 Ruit
Voorkom beschadiging bij het verwijderen/plaatsen van de ruit.
5.12.1 Verwijderen ruit
Volg de onderstaande handelingen voor het verwijderen van de ruit (zie Bijlage 3, afb. 5 t/m 9):
Ø
Draai de parker van de verticale sierstrip eruit en neem de sierstrip uit door deze aan de bovenkant zijwaarts te
kantelen en naar boven te tillen. Herhaal dit aan de andere zijde;
Ø
Neem de onderste sierstrip uit door deze in de gleuf vast te pakken en naar boven te tillen;
Ø
Verwijder de middelste parker uit de bovenste glasstrip en neem de glasstrip uit;
Ø
Kantel de ruit aan de bovenkant van het toestel af;
Voorkom dat de ruit een te grote hoek maakt waardoor de ruit kan beschadigen.
!Let op
Ø
Pak de ruit aan beide zijkanten vast en neem de ruit uit;
Ø
Bewaar de ruit op een veilige plaats.
5.12.2 Plaatsen ruit
Ø
Plaats de ruit onderin de houders;
Ø
Kantel de ruit aan de bovenkant tegen het toestel aan;
Ø
Plaats de bovenste glasstrip en zet deze in het midden vast met een parker;
Vermijd/verwijder vingerafdrukken op de ruit omdat deze inbranden.
!Let op
Ø
Plaats de onderste sierstrip terug;
Ø
Plaats de verticale sierstrippen terug en zet deze vast met de parkers.
13