Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Instelmodus - Trotec T260 Bedieningshandleiding

Thermohygrometer
Verberg thumbnails Zie ook voor T260:
Inhoudsopgave

Advertenties

IR-modus
Gevaar
Klasse 2 laserstraling.
Klasse 2 lasers stralen alleen binnen het zichtbare
bereik en geven bij puntbedrijf (langer aanhoudende
straal) maximaal 1 milliwatt (mW) vermogen af. Bij
langer direct in de laserstraal kijken (meer dan
0,25 seconden) kan netvliesschade ontstaan.
Voorkom direct in de laserstraal kijken. Kijk niet met
optische hulpmiddelen in de laserstraal. Onderdruk het
reflexmatig sluiten van de oogleden bij het onbedoeld
in de laserstraal kijken niet. Richt de laserstraal niet op
mensen of dieren.
• Zodra de IR-modus wordt geselecteerd, wordt de
laserpointer ingeschakeld. De laserpointer dient voor het
markeren van het meetvlekmiddelpunt.
• Het apparaat heeft de functie van een pyrometer. Het meet
de oppervlaktetemperatuur van objecten.
• De emissiegraad voor oppervlakken kan worden ingesteld
in de instelmodus.
• De bovenste meetwaardeweergave (16) toont de
oppervlaktetemperatuur.
Zie Temperatuurweergave instellen voor het instellen van
de eenheid.
• De onderste meetwaardeweergave (18) toont de
luchtvochtigheid, resp. het dauwpunt.
Zie Vochtigheidsweergave instellen voor het instellen van
de eenheid.
IR DP-modus
Gevaar
Klasse 2 laserstraling.
Klasse 2 lasers stralen alleen binnen het zichtbare
bereik en geven bij puntbedrijf (langer aanhoudende
straal) maximaal 1 milliwatt (mW) vermogen af. Bij
langer direct in de laserstraal kijken (meer dan
0,25 seconden) kan netvliesschade ontstaan.
Voorkom direct in de laserstraal kijken. Kijk niet met
optische hulpmiddelen in de laserstraal. Onderdruk het
reflexmatig sluiten van de oogleden bij het onbedoeld
in de laserstraal kijken niet. Richt de laserstraal niet op
mensen of dieren.
• Zodra de IR DP-modus wordt geselecteerd, wordt de
laserpointer ingeschakeld. De laserpointer dient voor het
markeren van het meetvlekmiddelpunt.
• Het apparaat meet oppervlakte- en dauwpunttemperatuur
in realtime.
• Bij onderschrijden van de dauwpunttemperatuur
(zie Alarmfunctie) wordt een visueel signaal (laser knippert,
indicatie ALARM (20) knippert) en afhankelijk van de
gekozen instelling wordt een akoestisch signaal gegeven.
8
• De bovenste meetwaardeweergave (16) toont de
oppervlaktetemperatuur.
• De onderste meetwaardeweergave (18) toont de
dauwpunttemperatuur.

Instelmodus

1. Druk ca. 2 seconden op de links/menu-toets (13).
ð Het apparaat piept kort.
ð Het symbool CFG (14) wordt rechtsboven weergegeven.
2. Kies met het stuurkruis (2) de gewenste optie.
22
23
22
23
Met CAL kan een eenpuntskalibratie worden uitgevoerd voor de
geselecteerde sensorweergaven. Alle sensoren zijn al vanuit de
fabriek gekalibreerd en beschikken over de betreffende
fabriekskalibratiekarakteristiek. Bij eenpuntskalibratie wordt
door het opgeven van een compensatiewaarde (offset) een
globale kalibratiecurveverschuiving uitgevoerd, die werkt over
het gehele meetbereik! De in te voeren offset is de waarde
waarmee de kalibratiecurve wordt verschoven.
Voorbeeld:
Weergegeven waarde altijd "5" te hoog => wijziging van de
offset voor dit meetkanaal naar -5.
Vanuit de fabriek staat de offsetwaarde op 0.0.
thermohygrometer T260
14
20
NL

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave