Inschakelen en meting uitvoeren
Waarschuwing voor laserstralen
Klasse 2 laserstraling.
Klasse 2 lasers stralen alleen binnen het zichtbare
bereik en geven bij puntbedrijf (langer aanhoudende
straal) maximaal 1 milliwatt (mW) vermogen af. Bij
langer direct in de laserstraal kijken (meer dan
0,25 seconden) kan netvliesschade ontstaan.
Voorkom direct in de laserstraal kijken. Kijk niet met
optische hulpmiddelen in de laserstraal. Onderdruk het
reflexmatig sluiten van de oogleden bij het onbedoeld
in de laserstraal kijken niet. Richt de laserstraal niet op
mensen of dieren.
Opmerking:
Houd er rekening mee dat bij het wisselen van de
gebruikslocatie van een koude naar een warme omgeving
condensvorming op de printplaat van het apparaat kan
ontstaan. Dit natuurkundig effect, dat niet te voorkomen is,
vervalst de meting. Het display toont in dit geval geen of
verkeerde meetwaarden. Wacht enkele minuten, tot het
apparaat zich heeft ingesteld op de gewijzigde omstandigheden,
voordat u een meting uitvoert.
Houd rekening met de aanwijzingen m.b.t. het meetprincipe.
Het stuurkruis is zeer gevoelig. Voorkom daarom vervuilingen op
het bedieningspaneel, omdat ze door het apparaat verkeerd
kunnen worden geïnterpreteerd als ingedrukte toets.
Zorg voor het gebruik dat het touch-bedieningspaneel vrij is van
vervuilingen.
Reinig het touch-bedieningspaneel indien nodig volgens
hoofdstuk Apparaat reinigen
1. Verwijder de beschermkap van de infraroodsensor (6) als u
een infraroodmeting wilt uitvoeren. Anders de
beschermkap op de infraroodsensor laten.
NL
2. Druk op de aan/uit-toets (4), tot een toonsignaal klinkt.
ð Het apparaat voert een korte zelftest uit.
ð Op het display verschijnt de apparaatnaam en de
firmwareversie.
ð Op het display verschijnt de laadstatus van de batterij.
ð Het apparaat is klaar voor gebruik.
ð De weergave van de eenheden komt overeen met de
instellingen van het laatste gebruik.
3. Kies de gewenste meetmodus.
4. Richt het apparaat op het meetgebied.
ð De meetwaarden worden weergegeven.
Toetsenblokkering
1. Druk tijdens gebruik kort op de aan/uit-toets (4).
ð Het apparaat piept kort.
ð Het display toont de melding LoC on.
ð De toetsblokkering is actief.
2. Druk opnieuw op de aan/uit-toets (4).
ð Het apparaat piept kort.
ð Het display toont de melding LoC oFF.
ð De toetsblokkering is niet meer actief.
Bedrijfsmodus
Het apparaat heeft drie verschillende bedrijfsmodi.
21
1. Druk opnieuw op de omhoog-toets (9), voor omschakeling
tussen bedrijfsmodi.
ð De bedrijfsmodus wordt via de indicatie
bedrijfsmodus (21) weergegeven.
TH-modus
• Het apparaat heeft de functie van een thermohygrometer.
• De bovenste meetwaardeweergave (16) toont de
6
temperatuur.
Zie Temperatuurweergave instellen voor het instellen van
de eenheid.
• De onderste meetwaardeweergave (18) toont de
luchtvochtigheid, resp. het dauwpunt.
Zie Vochtigheidsweergave instellen voor het instellen van
de eenheid.
thermohygrometer T260
7