Als er alleen instellingen op het apparaat moeten worden uitgevoerd, kan de
transportbeveiliging geactiveerd blijven.
Om de EFOY-brandstofcel te kunnen gebruiken, moet de transportbeveiliging via de EFOY-
app of het bedieningspaneel worden gedeactiveerd.
4.2 Bedrijf
De status-LED van de EFOY-brandstofcel (zie
Een gedetailleerd overzicht van de LED-kleurcodes vindt u in het
De EFOY-brandstofcel kan in twee verschillende bedrijfsmodi worden bediend:
•
Automatisch, zie
•
Sleep, zie
HOOFDSTUK
Voor een optimale werking van de EFOY-brandstofcel raden wij altijd de
bedrijfsmodus Automatisch aan.
De volgende functies kunnen in beide bedrijfsmodi worden uitgevoerd:
•
Begin met opladen, zie
•
Herstart, zie
HOOFDSTUK
•
Terugzetten naar de fabrieksinstellingen, zie
Om de bedrijfsmodi te wijzigen met behulp van de toets (zie
een overzicht in
HOOFDSTUK
4.2.1 Automatische bedrijfsmodus
Na de eerste configuratie en deactivering van de transportbeveiliging staat het apparaat in
de automatische modus. De LED knippert groen.
De EFOY-brandstofcel controleert zelfstandig de batterijspanning.
Als de batterijspanning onder de inschakelspanning of inschakeldrempel daalt (zie
2.3), wordt de EFOY-brandstofcel automatisch ingeschakeld.
HOOFDSTUK
De batterij wordt opgeladen tot de uitschakelspanning of de uitschakeldrempel (zie
2.3) is bereikt. Vervolgens schakelt de EFOY-brandstofcel uit. De duur van de
HOOFDSTUK
uitschakeling is afhankelijk van de uitschakelstroom en de uitschakeltijd, zie
Tijdens normaal gebruik onderbreekt de EFOY-brandstofcel de stroomopwekking
meerdere malen per uur gedurende ongeveer 30 seconden. Er wordt dan een
laadstroom van 0,0 A weergegeven.
Voor een optimaal onderhoud van de batterij zal de EFOY-brandstofcel niet abrupt
stoppen met opladen als deze wordt uitgeschakeld. De EFOY-brandstofcel zal met
verminderde stroom blijven laden tot de maximale uitschakeltijd (zie
Pagina 216
4.2.1.
HOOFDSTUK
4.2.2.
4.2.3.
HOOFDSTUK
4.2.4.
3.3.
EFOY-brandstofcel in gebruik nemen
2.2,
HOOFDSTUK
PUNT
4.2.6.
HOOFDSTUK
HOOFDSTUK
11) geeft de status aan.
8.
HOOFDSTUK
2.2,
6) vindt u
PUNT
HOOFDSTUK
HOOFDSTUK
9.