5.
Het doorsturen van faxen configureren:
a.
Raak Fax doorsturen > Fax doorsturen aan.
Selecteer Alleen ontvangen, Alleen verzenden of Verzenden en ontvangen.
b.
c.
Raak E-mail toevoegen aan en gebruik het toetsenblok op het aanraakscherm om een
e-mailadres in te voeren of selecteer een contactpersoon in het Adresboek.
d.
U kunt een onderwerpregel toevoegen door Onderwerp aan te raken, de tekst voor uw
onderwerpregel in te voeren en vervolgens OK aan te raken.
Als u een bestandsnaam voor bijlagen wilt toevoegen, raakt u Bijlage aan en voert u een
e.
bestandsnaam in.
Als u de bestandsindeling voor bijlagen wilt wijzigen, raakt u de huidige extensie aan en
selecteert u een nieuwe indeling.
De standaard bestandsindeling is .pdf.
Opmerking:
f.
Raak OK aan om de instellingen op te slaan.
De nieuwe instellingen gaan pas van kracht nadat u op de toets Home hebt gedrukt en bij de
6.
vraag Nu opnieuw opstarten hebt aangeraakt.
De standaard faxinstellingen wijzigen
De printer past de standaard faxinstellingen op alle interne faxopdrachten toe, tenzij u ze voor een
individuele opdracht wijzigt. U kunt de volgende standaard faxinstellingen aanpassen.
De standaard faxinstellingen wijzigen:
1.
Druk op het bedieningspaneel van de printer op de toets Home.
Raak Fax aan.
2.
3.
Raak de opties aan die u wilt wijzigen.
4.
Blader naar onderen en raak Opslaan aan.
Raak Standaardwaarden opslaan aan. De bestaande standaardinstellingen worden onderdrukt
5.
door de nieuwe geselecteerde instellingen.
6.
Raak Opslaan aan.
De instellingen App Fax configureren via het bedieningspaneel
Druk op het bedieningspaneel van de printer op de knop Home en raak dan Fax aan.
1.
Opmerking:
Als u het menu wilt weergeven zonder een faxnummer in te voeren, raakt u
bovenaan het scherm Fax aan.
2.
Raak Aanpassen > Lijst met toepassingen aan en maak een selectie om de toepassingen in het
faxmenu te verbergen of tonen.
−
Als u een toepassing wilt verbergen, raakt u bij de gewenste toepassing het Oog-pictogram
aan. Er verschijnt een lijn door het oogpictogram om aan te geven dat de toepassing is
verborgen.
Als u een toepassing wilt tonen, raakt u bij de gewenste toepassing het Oog-pictogram aan.
−
Om aan te geven dat een toepassing zichtbaar is, wordt de lijn uit het oogpictogram
verwijderd en is er geen lijn zichtbaar.
3.
Als u de functies in het faxmenu in een andere volgorde wilt zetten, raakt u de toepassingen aan
en versleept u ze naar de gewenste volgorde.
U slaat de huidige configuratie op door Gereed aan te raken.
4.
Xerox
®
WorkCentre
®
6515-serie multifunctionele kleurenprinter
Handleiding voor de gebruiker
Faxen
157