Gebruik alleen pijpen en bochten voor overdruk met profiel afdichtringen in dezelfde diameter
als het toestel.
Maximale lengte:
Verticaal: 9 meter is de maximale. leidinglengte tussen toestel en afvoercombinatie voor een
verticale uitmonding.
Horizontaal: 6 meter is de maximale. leidinglengte tussen toestel en afvoercombinatie voor een
horizontale uitmonding.
Reken elke 90° bocht als 1,5m en elke 45° bocht als 1m rechte pijp. Wordt de weerstand in toe/
afvoersysteem te groot, dan is de kans groot dat het toestel niet goed functioneert en dat de
drukverschilschakelaar van de transportbewaking het toestel steeds zal uitschakelen.
6.5.1 Verbrandingsluchttoevoer van Buiten C12, C32
Bij verticale uitmonding moet de kap min. 0,5m boven het dakvlak uitsteken. Let ook op hinder
in verband met o.a. voorzieningen van ventilatielucht of andere aanzuigopeningen.
Zorg in dit geval voor voldoende aanvoer van verse lucht, e.e.a volgens de geldende
voorschriften.
Verticale uitmonding
TR80-2 t/m 150-2:
A
B
d
D
HOH
O
D
O
d
HOH
6.5.2 Verbrandingsluchttoevoer uit de ruimte B22
In geval dat het toestel als toestelklasse B22 wordt gebruikt (luchttoevoer uit de ruimte) dan
dient de rookgasafvoer in het gebied van "vrije uitmonding" te worden geplaatst. Zie
onderstaande tekening. De uitmonding moet dan dus minimaal 0,5m boven het dak uitkomen.
Zie voor de details hiervan de NEN 1078.
In het geval dat de dakhelling groter is dan 23 graden dient goed gekeken te worden
of er sprake is van vrije uitmonding.
Plaats in de luchtinlaatstomp van het toestel het meegeleverde gaasje, om te
voorkomen dat er vreemde objecten naar binnen kunnen vallen. Zie figuur hiernaast.
Instructie boekje Luchtverwarmer TR (121k)
DDV130/200
art.nr. IA.8305
TR20-28
TR40-50
1280
1360
500
550
80
100
125
150
110
140
Horizontale uitmonding
CT130/200
TR60-150
TR20-28
1850
d
955
D
125
130
HOH
110
200
225
O
D
art.nr. IA.8312
TR40-50
TR60-150
80
100
150
140
O
d
Pagina 8/20
130
200
225