5 In bedrijf nemen met de display- en bedieningsmodule
Parameters instellen
14
5
In bedrijf nemen met de display- en
bedieningsmodule
5.1
Aanwijs- en bedieningsmodule inzetten
De display- en bedieningsmodule kan te allen tijde in de sensor
worden geplaatst en weer worden verwijderd. Daarbij kan deze in vier
posities worden geplaatst, telkens met 90° verdraaid. Een onderbre-
king van de voedingsspanning is hiervoor niet nodig.
Ga als volgt tewerk:
1. Deksel behuizing afschroeven
2. Aanwijs- en bedieningsmodule in de gewenste positie op de
elektronica plaatsen en naar rechts draaien tot deze vastklikt.
3. Deksel behuizing met venster vastschroeven
De demontage volgt in omgekeerde volgorde
De display- en bedieningsmodule wordt door de sensor gevoed,
andere aansluitingen zijn niet nodig.
Fig. 10: Plaatsen van de display- en bedieningsmodule bij de tweekamerbehui-
zing
Opmerking:
Indien u naderhand het instrument met een display- en bedienings-
module voor permanente meetwaarde-aanwijzing wilt uitrusten, dan
is een verhoogd deksel met venster nodig.
5.2
Parametrering
1. Ga via de display- en bedieningsmodule naar het menu "Inbedrijf-
stelling".
2. Kies in het menupunt "Medium" het medium van uw toepassing,
bijv. "Schrot/kiezel".
VEGAPULS 67 • Vierdraads 4 ... 20 mA/HART