Locatie voor installatie van buitenunit.
Op een toegankelijke, goed geventileerde plaats; niet monteren
op een plaats waar gevaar voor bv. een gaslek
bestaat.
De vereiste afstand van de muur aanhouden.
De buitenunit niet blootstellen aan vettig vuil of zoute zeelucht,
niet monteren in de buurt van gasleidingen.
Niet aan de straatkant monteren i.v.m. risico van opspattend
water.
Op een vast fundament installeren om geluidstoename te
voorkomen.
De lucht moet ongehinderd kunnen uitstromen.
INSTALLATIE BINNENUNIT.
1. Installeren van de montageplaat
- Montageplaat monteren op de plaats waar
de binnenunit komt te hangen, houd
rekening met de richting van de leidingen.
- Plaats de montageplaat horizontaal met
behulp van een waterpas of schietlood
- Boor gaten met een diepte van 32 mm om
de plaat vast te zetten.
- De plastic pluggen in de gaten steken en
de plaat met zelftappers vastschroeven.
- Controleer of de montageplaat goed
vastzit en boor het gat voor de leidingen.
Opmerking: de vorm van de montageplaat kan per model verschillen, de installatiemethode is echter
gelijk.
2. Gat boren voor leidingen
- Bepaal de positie van het doorvoergat van de leidingen op de muur aan de hand van het boorgat in de
montageplaat.
- Gat in de muur boren. Het gat moet naar buiten toe wat aflopen.
- Plaats een schuifmof in het gat om de muur te beschermen.
3. Binnenunit leidinginstallatie
- De leidingen (gas- en vloeistofleiding)
en kabels van buiten af
door het gat steken of van binnen
naar buiten als u de binnenunit als
eerste heeft geïnstalleerd.
- Maak een uitsparing die overeenkomt
met de richting van de leidingen
.
Opmerking: Maak uitsparing 1, 2 of 4, afhankelijk van de door u gekozen positie voor het gat in de
binnenunit.
_______________________________________________________________________________________________________________________
Klimaatspecialist B.V. Postbus 291 3860 AC NIJKERK, HOLLAND internet:
www.airconditioning.nl
e-mail: info@klimaatspecialist.nl
Bladzijde 9