- Na aansluiting van de leidingen de afvoerslang monteren. Hierna de voedingskabels aansluiten.
Leiding, kabels en afvoerslang vervolgens isoleren.
Isoleren van de pijpverbindingen: Verbindingsstukken isoleren met isolatiemateriaal, omwikkelen met
vinyltape.
Isolatie leiding:
a. Plaats de afvoerslang onder de leiding.
b. Gebruik meer dan 6 mm dik isolatiemateriaal.
- De afvoerslang moet licht aflopen om het
vocht gemakkelijk af te kunnen voeren.
Let op dat de afvoerslang niet gedraaid
ligt, of uitsteekt, het uiteinde mag niet in
het water hangen.
Als de afvoerleiding met een slang wordt
verlengd dient het gedeelte dat langs de binnenunit loopt te worden geïsoleerd.
- Wanneer de leidingen aan de rechterkant zitten, dienen leiding, voedingskabel en afvoerleiding
geïsoleerd te worden en met een pijpenklem aan de achterkant van de binnenunit te worden gemonteerd.
4. Aansluiten kabel:
- Binnenunit
Sluit de voedingskabel aan op de binnenunit door de kabels
naar de units in de juiste volgorde aan te sluiten op de
klemmen op het klembord. De kleur van de draden en
referentie op de klemmen moeten overeenkomen.
Opmerking: Bij sommige modellen moet de kap verwijderd worden om de bedrading aan te kunnen sluiten.
_______________________________________________________________________________________________________________________
Klimaatspecialist B.V. Postbus 291 3860 AC NIJKERK, HOLLAND internet:
www.airconditioning.nl
e-mail: info@klimaatspecialist.nl
Bladzijde 10