schakelaar is ingedrukt (uitgeschakeld)
en wanneer de parkeerrem aan staat.
Bedrijfstand:
• De snelheid van de machine, beweging
en richting kunnen bedient worden
wanneer de motor draait, de parkeerrem
u i t g e s c h a k e l d i s e n w a n n e e r d e
stuurhendels in de gesloten positie
(bedrijfstand) staan.
Neutraal:
• Wanneer de stuurhendels gesloten en in
hun middenpositie geplaatst zijn, staan
ze klaar voor gebruik in hun neutraal
stand. Wanneer ze zo gepositioneerd zijn
pompt de hydrostatische pomp geen olie
naar de wielmotoren.
Voorwaartse en achterwaartse beweging:
• Wanneer beide hendels tegelijkertijd
voorwaarts geduwd worden zal de
machine voorwaarts bewegen.
• Wanneer beide hendels tegelijkertijd
achterwaarts geduwd worden zal de
machine achterwaarts bewegen.
• Hoe verder voor of achterwaarts de
hendels geplaatst worden hoe sneller de
machine zal bewegen.
Sturen:
• Terwijl u vooruit rijdt kunt u een zachte
bocht naar rechts maken door de linker
hendel iets verder voorwaarts te duwen
dan de rechter hendel.
• Terwijl u vooruit rijdt kunt u een zachte
bocht naar links maken door de rechter
hendel iets verder voorwaarts te duwen
dan de linker hendel.
• Maak een scherpe bocht naar rechts
door de linker hendel voorwaarts te
duwen en de rechter hendel achterwaarts
tegelijkertijd.
• Maak een scherpe bocht naar links
door de rechter hendel voorwaarts te
duwen en de linker hendel achterwaarts
tegelijkertijd.
• Draai NOOIT de machine door een
hendel in de neutraal stand te plaatsen
en de ander te bewegen. Dit beschadigd
de grasmat onder het wiel dat niet draait.
Stoppen:
• Om de beweging van de machine te
stoppen beweegt u de beide hendels
naar de neutraal stand. De hendels zijn
voorzien van veren die beide hendels
automatisch laten terugkeren naar de
neutraal stand. Als de hendels niet
automatisch terugkeren, ga dan naar uw
Grasshopper dealer om ze bij te laten
stellen.
BELANGRIJK
Als er iets gebeurt tijdens het
bedienen waardoor u verward
raakt, laat dan beide hendels los.
Ze zullen automatisch terugkeren
naar de neutraal stand en de
machine zal vervolgens stoppen.
BELANGRIJK
I n s p e c t e e r h y d r o s t a t i s c h e
a a n d r i j f r i e m ( e n ) d a g e l i j k s .
GEBRUIK de machine NIET op
steile hellingen. GEBRUIK de
machine NIET op dijken of langs
steile bermen.
Doordat hydrostatische aandrijving systemen
een directe, hydraulische aansluiting op
de aangedreven wielen zijn, bieden ze
een remwerking tijdens het gebruik. Als
de hydrostatische riem aandrijving breekt
of loskomt, biedt het systeem niet langer
enige controle. In deze toestand, zet de
stuurhendels terug en klap ze open in de
neutrale positie en gebruik de parkeerrem.
In de neutrale stand geven de pompen de
meeste weerstand tegen de aandrijfwielen.
Beweeg de stuurhendels niet vanuit de open
geklapte, neutrale positie, omdat anders in
de pomp freewheelen kan optreden.
24