• H o u d k i n d e r e n e n h u i s d i e r e n o p
e e n v e i l i g e a f s t a n d , z o r g d a t d e
uitwerpopening nooit naar hen gekeerd
is.
• Start de motor vanaf de bestuurders stoel
nadat de PTO uitgeschakeld is en de
stuurhendels uit elkaar staan (neutraal
stand).
• Houd uw handen en voeten weg vanonder
het maaidek wanneer de motor draait.
Blijf af van alle bewegende onderdelen
op de machine.
• Bescherm u zelf tegen lawaai. Draag
geschikte gehoorbeschermers tegen
geluidsoverlast.
• Werk alleen achteruit indien dit niet
anders kan, en nadat u goed achterom
gekeken heeft of alles vrij is.
• Indien de gebruiker af moet stappen
om iets bij te stellen: EERST de motor
stoppen.
• Beweeg de stuurknuppels nooit snel
maar langzaam en vloeiend. Te snelle
bewegingen kunnen controle verlies
of beschadigingen aan de machine
veroorzaken.
• Verminder uw snelheid op hellingen en
voorkom scherpe bochten om kantelen
en verlies van de besturing te voorkomen.
Wees voorzichtig bij het maken van
bochten op hellingen.
• De bestuurder is verantwoordelijk voor
het veilig werken op hellingen, zelfs
op hellingen van 15 graden (27%) of
minder. Alleen de bestuurder kan een
schatting maken van de stabiliteit van
de machine op een gegeven helling. De
stabiliteit wordt bepaald door de snelheid
en richting van de machine, variaties in
helling, gladheid, obstakels, gaten enz.
• Pas op voor gaten, stenen en wortels
in het terrein alsmede andere gevaren.
Houdt afstand bij grondafschuivingen.
• Stop de machine en het maaidek
onmiddellijk als u iets raakt. Zet de motor
uit en inspecteer de machine en het
maaidek. Repareer elke schade voordat
u verder werkt.
• Zet de PTO uit, stop de motor, zet de
parkeerrem aan, verwijder de sleutel uit
het contact en wacht tot alle beweegbare
delen stilstaan voordat u iets van de
m a c h i n e d e m o n t e e r t , i n s t e l l i n g e n
verandert of het maaidek schoonmaakt.
• Transporteer nooit de machine als
de messen nog draaien. Zet de PTO
uit voordat u een straat oversteekt of
wanneer u op de stoep of op een oprit
rijd.
• Let op het verkeer tijdens het werken
langs of oversteken van wegen.
• Deze machine is niet voor op de weg,
in het bijzonder geld dit wanneer
autoverlichting is vereist. Het is ook geen
recreatie voertuig.
• Deze machine heeft geen trekhaak, trek
geen zware lasten.
• N e e m
voorzorgsmaatregelen wanneer u de
tractor onbewaakt achterlaat: schakel
PTO af, zet het werktuig naar beneden,
zet alle handels in neutraal, trek de
parkeerrem aan, stop de motor en neem
de sleutel mee.
• Neem nooit passagiers mee!
• Zorg altijd voor een goede ventilatie indien
u de machine binnen laat
uitlaat gassen bevatten koolmonoxide,
een geurloos en onzichtbaar giftig
VEILIG ONDERHOUD
• Voor onderhoud alleen uit wanneer de
machine geparkeerd staat op een harde
ondergrond; met de motor uitgeschakeld
en de PTO uit, met de handrem aan en
met de sleutel verwijderd uit het contact.
• Maak de accumassa kabel (-) los
voordat u onderhoud uitvoert op de
motor, koppeling of elk ander elektrisch
systeem. Om toegang tot de accu te
verkrijgen moet u het rechter spatbord
verwijderen.
• Draag altijd goed sluitende kleding en de
veiligheidsuitrusting die geschikt is voor
het werk. Houd het gebied waar u werkt
droog en schoon.
14
a l l e
b e n o d i g d e
draaien.
De
gas.