Adresseren van regelaars in een netwerk
Bij DANBUSS moet het adres worden ingesteld voordat voeding
op de regelaar wordt gezet.
Bij alle andere communicatievormen wordt het adres ingesteld
nadat voeding op de regelaar is gezet.
Op deze manier weet de systeemunit dat de regelaar in het net-
werk aanwezig is.
1. Stel het adres in op de regelaars
Als u per ongeluk twee of meer regelaars hetzelfde adres geeft,
zal alleen de 'eerste' regelaar zichtbaar zijn op het netwerk.
2. De systeemunit moet de regelaar 'kennen' .
Het volgende zal gebeuren afhankelijk van het type communi-
catie:
Vervangen van regelaars in het netwerk
Instellingen
De systeembediening bevat functies om de instellingen van een
regelaar te kopiëren. Deze functie kan worden gebruikt als een
regelaar moet worden vervangen door een regelaar met dezelfde
softwareversie.
Adres
Vergeet niet de regelaar hetzelfde adres te geven en weer aan te
melden bij de systeemunit.
DANBUSS
Op een DANBUSS systeem zal de systeemunit de regelaars vanzelf
vinden.
MOD-bus
De systeemunit zal een netwerkscan uitvoeren en de vervangen
regelaars vinden. Deze scanfunctie moet handmatig worden
gestart vanuit de systeemunit.
Vervangen systeemunits in het netwerk
Als de systeemunit wordt vervangen, moet in de nieuwe sys-
teemunit het systeemadres worden ingesteld en alle regelaars
worden aangemeld op de systeemunit.
Gateway type AKA 243 - 245
Stel het systeemadres in met de AKA 21 (NL: knoppenkastje, BE:
handklavier).
Op een DANBUSS systeem zal de gateway de regelaars vanzelf
vinden.
Op een LON RS485 en LON FTT10 netwerk, kan de scanfunctie
worden geactiveerd vanuit de gateway met de AKA 21.
Let op, houdt er rekening mee dat in alle EKC regelaars op het
netwerk de alarmprioriteiten terug gaan naar de fabrieksinstelling.
6
Installatiegids RC8AC610 © Danfoss 01-2010
DANBUSS
Bij DANBUSS zal de systeemunit uit zichzelf de regelaar in het
netwerk vinden.
LON RS485, LON FTT10
Vanaf de regelaar kan een 'Service pin' naar de systeemunit wor-
den verstuurd. Of beter: de systeemunit kan het netwerk zelf scan-
nen en alle aangesloten regelaars vinden (eerst regelaars adres
geven). Deze scan functie moet handmatig vanaf de systeemunit
worden gestart.
MOD-bus
Hier moet de systeemunit een netwerkscan uitvoeren.
De service pin functie op de regelaars kan niet het adres naar de
systeemunit sturen.
LON RS485, LON FTT10
Hier moet vanuit de regelaar handmatig een service pin worden
verstuurd naar de systeemunit. De scanfunctie van de systeemunit
kan ook worden gebruikt, maar houdt er rekening mee dat dan in
alle EKC regelaars op het netwerk de alarmprioriteiten terug gaan
naar de fabrieksinstelling.
Regelaars op de AK-SM 350
Als het een regelaar is met een zeer recente softwareversie, moet
het profiel van deze regelaar kenbaar worden gemaakt bij de AK-
SM 350. Een bestand met dit profiel kan bij Danfoss worden opge-
vraagd en moet vervolgens naar de AK-SM 350 worden gekopi-
eerd.
AK-SM 720
In de AK-SM moet het adres worden ingesteld en moet een service
pin worden geactiveerd.
Daarna kan de scanfunctie worden gestart om alle aangesloten
regelaars te vinden.
AK-SC 255
Stel het adres in op dezelfde waarde als de vorige AK-SC 255. Start
hierna de 'Rescan' functie.
AK-SM 350
Op de AK-SM 350 hoeft geen adres te worden ingesteld.
Start de scanfunctie om alle aangesloten regelaars te vinden. Deze
functie scant alle drie de communicatievormen van de AK-SM 350.
Datacommunicatie