Pagina 1
GEBRUIKSAANWIJZING ALVORENS HET PRODUCT TE GEBRUIKEN MILIEUTIPS ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN EN ADVIEZEN INSTALLATIE ALGEMENE BESCHRIJVING VAN DE WERKING VAN DE KOELKAST EN DE VRIEZER GEBRUIK VAN HET KOELVAK GEBRUIK VAN HET VLEES- EN VISVAK GEBRUIK VAN HET VRIESVAK PERIODIEK ONDERHOUD EN REINIGING VAN HET APPARAAT OPSPOREN VAN STORINGEN KLANTENSERVICE...
ALVORENS HET PRODUCT TE GEBRUIKEN • Het door u aangeschafte apparaat is uitsluitend 1. Controleer na het uitpakken van het apparaat of het niet beschadigd is en of de deur goed sluit. Uw bestemd voor huishoudelijk gebruik leverancier dient binnen 24 uur vanaf de levering Voor een optimaal gebruik van uw apparaat is van het product van eventuele schade op de het raadzaam de gebruiksaanwijzing...
ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN EN ADVIEZEN • Gebruik het koelvak uitsluitend voor het • Plaats het apparaat in een droge en goed bewaren van verse levensmiddelen en het geventileerde ruimte. Het apparaat is afgesteld vriesvak uitsluitend voor het bewaren van om te werken in ruimten waarin de temperatuur diepvriesproducten, het invriezen van verse binnen de volgende waarden ligt, die op hun levensmiddelen en het maken van ijsblokjes.
INSTALLATIE • Installeer het apparaat niet in de buurt van warmtebronnen. Rechtstreekse blootstelling aan de zon of opstelling van het apparaat in de buurt van een warmtebron (kachel, fornuis) verhogen het stroomverbruik en dienen te worden vermeden. • Indien dit niet mogelijk is, moeten de volgende minimumafstanden worden aangehouden: •...
Pagina 5
Bewaren van levensmiddelen in het koelvak Plaats de levensmiddelen zoals in de afbeelding. A Gekookt voedsel B Vis, vlees C Groente en fruit D Flessen E Boter Zuivelproducten Regeling van de temperatuur De temperatuur is in de fabriek vooringesteld op +5°C (display 7). Om de temperatuurinstelling te wijzigen drukt u op de knoppen (8) of (9) op het bedieningspaneel totdat de gewenste waarde is bereikt.
GEBRUIK VAN HET VLEES- EN VISVAK Het apparaat is voorzien van een vlees- en vislade die speciaal is ontworpen om de conservering van deze verse levensmiddelen te garanderen. Daarom wordt de temperatuur in het vak ongeveer 3 of 5°C kouder gehouden dan in de rest van het koelvak.
GEBRUIK VAN HET VRIESVAK Het vriesvak heeft sterren. Er kunnen diepvriesproducten in worden bewaard gedurende de periode die op de verpakking vermeld wordt. Bovendien kan vers voedsel worden ingevroren door het boven op de roosters te zetten, terwijl u al ingevroren producten in de onderste korf zet, zodanig dat ze niet in contact komen met het nog in te vriezen voedsel.
Pagina 8
Alarmen vriesvak Temperatuuralarm vriesvak Tijdens het functioneren van het apparaat of gedurende de invriesfase kan het rode lampje (10) gaan branden en tegelijkertijd klinkt een geluidssignaal dat aangeeft dat de temperatuur in het vriesvak niet optimaal is voor de conservering. Dit kan zich voordoen in de volgende gevallen: •...
Pagina 9
Verwijderen van de laden Trek de laden zo ver mogelijk uit, til ze een stukje op en haal ze weg. Opmerking: De vriezer kan ook zonder de laden worden gebruikt om een grotere inhoud te krijgen; dit is mogelijk door ze weg te halen en alleen de onderste lade op zijn plaats te laten.
PERIODIEK ONDERHOUD EN REINIGING VAN HET APPARAAT Reinigen van het vriesvak Schakel het apparaat uit door 3 seconden op de knop (1) op het bedieningspaneel te drukken en trek daarna de stekker uit het stopcontact of koppel het apparaat van de stroomtoevoer af, alvorens onderhouds- en reinigingswerkzaamheden te gaan verrichten.
Reinigen van het koelvak Het koelvak wordt geheel automatisch ontdooid. De aanwezigheid van waterdruppels op de achterwand aan de binnenkant van het koelvak duidt erop dat het apparaat bezig is automatisch te ontdooien. Het dooiwater wordt automatisch via een afvoeropening in een opvangbak geleid, waar het verdampt. Reinig regelmatig de afvoeropening van het dooiwater, met behulp van het bijgeleverde gereedschap, om een constante afvoer van het dooiwater zeker te stellen.
1. Werkt het apparaat niet en zijn de displays uit. • Is de stroom uitgevallen? • Zit de stekker goed in het stopcontact? • Is de tweepolige netschakelaar ingeschakeld? • Is de zekering doorgebrand? • Is de voedingskabel beschadigd? 2. De temperatuur in de vakken is te hoog. •...