Gebruiksaanwijzing
Brandstoftank vullen
Benzine is uitermate ontvlambaar en
explosief. Brand of explosie van benzine kan
brandwonden veroorzaken.
• Om te voorkomen dat een statische lading de
benzine tot ontbranding kan brengen, moet
u het benzinevat en/of de maaimachine
alvorens de tank te vullen op de grond
plaatsen, niet op een voertuig of een ander
object.
• Vul de brandstoftank in de open lucht
wanneer de motor koud is. Neem gemorste
benzine op.
• Rook niet als u omgaat met benzine, en
houd benzine uit de buurt van open vuur of
brandstof.
• Bewaar benzine in een goedgekeurd
benzinevat en buiten bereik van kinderen.
Vul de brandstoftank met verse loodvrije, normale
benzine van een bekend merk (Figuur 11).
Belangrijk: Om startproblemen bij het volgende
seizoen te verminderen, moet u het hele seizoen
een stabilizer toevoegen aan de benzine. Gebruik
nooit benzine die ouder is dan 30 dagen.
Figuur 11
Het motoroliepeil controleren
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
1. Verwijder de peilstok uit de buis en veeg deze
schoon. Schuif daarna de peilstok weer helemaal
terug (Figuur 12).
2. Haal de peilstok eruit en controleer het oliepeil
(Figuur 12). Als het peil onder de Bijvullen-markering
op de peilstok staat, giet dan langzaam voldoende
olie in de vulbuis totdat het peil de VOL-markering
op de peilstok bereikt. Niet te vol vullen. (Maximale
vulhoeveelheid: 0,59 l, type: SAE 30 reinigingsolie,
met onderhoudsclassificatie SF, SG, SH, SJ, SL van
het American Petroleum Institute (API) of hoger).
3. Plaats de peilstok.
De maaihoogte instellen
Bij het instellen van de maaihoogte kunt u in
aanraking komen met een bewegend mes. Dit
kan ernstig letsel veroorzaken.
• Zet de motor af en wacht totdat alle
bewegende onderdelen tot stilstand
gekomen zijn.
• Plaats uw vingers niet onder de behuizing
als u de maaihoogte instelt.
Als de motor heeft gelopen, kan de
geluiddemper heet zijn en ernstige
brandwonden veroorzaken. Blijf uit de buurt
van een hete geluiddemper.
8
Figuur 12