Figuur 19
1. Lippen van vergrendeling
2. Papierelement
2. Open het deksel.
3. Verwijder het papierelement en het schuimelement
(Figuur 19).
4. Inspecteer het schuimfilter en vervang dit als het
beschadigd of heel erg vuil is.
5. Inspecteer het papieren luchtfilterelement.
A. Als het papieren luchtfilterelement beschadigd
is of nat is van olie of brandstof, moet u het
vervangen.
B. Als het papieren luchtfilter vuil is, klop er dan een
paar keer mee op een harde ondergrond of blaas
met perslucht onder een druk van minder dan
207 kPa (30 psi) door de zijde van het filter dat
naar de motor is gericht.
Opmerking: Borstel het vuil niet uit het filter,
als u borstelt wordt het vuil in de vezels geduwd.
6. Verwijder vuil van de luchtfilterbehuizing en het
deksel met een vochtige doek. Veeg geen vuil in de
luchtgang.
7. Plaats het papieren filterelement en het schuimfilter op
de juiste plaats.
8. Plaats het deksel terug.
De motorolie verversen
Onderhoudsinterval: Na de eerste 5 bedrijfsuren
3. Schuimfilter
Jaarlijks
1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak.
2. Voordat u de olie ververst, moet u de motor enkele
minuten laten lopen zodat de olie warm wordt.
Opmerking: Warme olie is vloeibaarder en voert
vervuilingen beter mee.
3. Maak de bougiekabel los van de bougie; zie
Voorbereidingen voor onderhoudswerkzaamheden
(bladz. 13).
4. Kantel de machine op de zijkant (met de peilstok
omlaag) om de gebruikte olie via de vulbuis in een
opvangbak te laten lopen (Figuur 20).
5. Nadat de gebruikte olie is afgetapt, zet u de
maaimachine terug in de werkstand.
6. Giet ongeveer 3/4 van de capaciteit van het oliecarter
in de vulbuis.
Opmerking: Maximaal vullen: 0,59 l, type:
SAE 30 of SAE 10W-30 reinigingsolie, met
onderhoudsclassificatie SF, SG, SH, SJ, SL van het
American Petroleum Institute (API) of hoger.
7. Veeg het uiteinde van de peilstok af met een schone
doek.
8. Steek de peilstok helemaal in de vulbuis, maar draai
deze er niet in.
9. Haal de peilstok eruit en controleer het oliepeil (Figuur
21).
14
Figuur 20