LAN SETTING
Wanneer u deze functie gebruikt, moet EXTERNAL CONTROL (Externe besturingselementen) "LAN" zijn.
OPMERKING: schakel de monitor uit en vervolgens weer in wanneer u de LAN-instelling wijzigt.
(LAN-instelling)
Nadat u de monitor hebt aangezet, duurt het een aantal seconden voor de LAN-instelling is toegepast.
DHCP
Als u deze optie inschakelt, wordt automatisch een IP-adres toegewezen aan het beeldscherm van uw
DHCP-server. Als u deze optie uitschakelt, kunt u het IP-adres of subnetmaskernummer registreren dat
u van uw netwerkbeheerder hebt gekregen.
OPMERKING: vraag het IP-adres aan uw netwerkbeheerder wanneer "ENABLE" (Inschakelen) is
geselecteerd voor [DHCP].
IP ADDRESS
Stel uw IP-adres in van het netwerk dat op het beeldscherm is aangesloten wanneer "DISABLE"
(IP-ADRES)
(Uitschakelen) is geselecteerd voor [DHCP].
SUBNET MASK
Stel uw subnetmaskernummer in van het netwerk dat op het beeldscherm is aangesloten wanneer
(SUBNETMASKER)
"DISABLE" (Uitschakelen) is geselecteerd voor [DHCP].
DEFAULT GATEWAY
Stel uw standaard gateway in van het netwerk dat op het beeldscherm is aangesloten wanneer
(STANDAARD GATEWAY)
"DISABLE" (Uitschakelen) is geselecteerd voor [DHCP].
DNS PRIMARY (PRIMAIR) Stel uw primaire DNS-instellingen in van het netwerk dat op het beeldscherm is aangesloten.
DNS SECONDARY
Stel uw secundaire DNS-instellingen in van het netwerk dat op het beeldscherm is aangesloten.
(SECUNDAIR)
SETTING COPY
Selecteer voor een serie de categorieën in het schermmenu die u naar de andere monitor wilt kopiëren.
(Kopie instellen)
OPMERKING: wanneer u deze functie gebruikt, moet "EXTERNAL CONTROL" (Externe
besturingselementen) "RS-232C" zijn. Deze functie herstelt de standaardinstellingen wanneer het
apparaat wordt uitgeschakeld. Deze functie heeft een limiet die afhankelijk is van de kabel die u gebruikt.
COPY START
Selecteer "YES" (Ja) en druk op de toets SET om te beginnen met kopiëren.
(Kopiëren starten)
ALL INPUT (Alle invoer)
Alle instellingen voor invoeraansluitingen worden gekopieerd wanneer u dit item selecteert. De
standaard instelling is off (uit).
RESET
Hiermee stelt u de opties van "MULTI DISPLAY" terug op de fabriekswaarden, met uitzondering van de
LAN-instelling.
DISPLAY PROTECTION (Displaybescherming)
POWER SAVE
Hiermee stelt u in na hoeveel tijd de monitor overgaat op de energiespaarstand nadat het signaal is
(Energiebesparing)
uitgevallen.
Opmerking: Als u DVI aansluit, stopt de videokaart mogelijk niet met het verzenden van digitale
gegevens, zelfs als het beeld verdwenen is. Als dit gebeurt, schakelt de monitor niet over op de
energiespaarstand.
HEAT STATUS
Hiermee geeft u informatie weer over de status van de instellingen FAN (ventilator), BACKLIGHT
(Verhittingsstatus)
(Achtergrondverlichting) en TEMPERATURE (temperatuur).
FAN CONTROL
De koelventilator verlaagt de temperatuur van het scherm om oververhitting te voorkomen.
(Ventilatiecontrole)
Als "AUTO" is geselecteerd, kunt u de starttemperatuur van de koelventilator en de ventilatorsnelheid
aanpassen.
SCREEN SAVER
Gebruik de functie SCREEN SAVER om het risico op inbranding te verkleinen.
(Schermbeveiliging)
GAMMA
Als u "ON" selecteert, wordt het gamma van het beeld gewijzigd en vastgesteld.
BACKLIGHT
Als u deze instelling op ON (Aan) zet, wordt de helderheid van de achtergrondverlichting verlaagd.
(Achtergrondverlichting)
MOTION (Beweging)
Het beeld wordt enigszins vergroot en wordt op gezette tijden in vier richtingen verplaatst (omhoog,
omlaag, links, rechts). U kunt de intervaltijd en zoomratio instellen.
Deze functie wordt uitgeschakeld wanneer PIP, STILL, TEXT TICKER of TILE MATRIX zijn ingeschakeld.
SIDE BORDER COLOR
Hiermee past u de kleur van de zijkanten van het beeld aan bij een beeldverhouding van 4:3.
(Kleur zijbalken)
Druk op de toets + om de balk lichter te maken.
Druk op de toets - om de balk donkerder te maken.
AUTO BRIGHTNESS
Hiermee stelt u de helderheid van het beeld in verhouding tot het ingangssignaal in.
Alleen DPORT-, DVI-, VGA-, RGB/HV-ingang
CHANGE SECURITY
Hiermee kunt u het beveiligingswachtwoord wijzigen.
PASSWORD
Het standaard ingestelde wachtwoord is 0000.
(Beveiligingswachtwoord
wijzigen)
SECURITY (Beveiliging)
Hiermee vergrendelt u het beveiligingswachtwoord.
DDC/CI
ENABLE/DISABLE (INSCHAKELEN/UITSCHAKELEN): Hiermee zet u de tweezijdige communicatie en
bediening van de monitor op ON (Aan) of OFF (UIT).
ALERT MAIL
Hiermee selecteert u of er al of niet een e-mailmelding over een monitorfout via bekabelde LAN moet
(Waarschuwingsmail)
worden verzonden.
RESET
Hiermee zet u voor de volgende instellingen in het menu DISPLAY PROTECTION de
fabrieksinstellingen terug: POWER SAVE, FAN CONTROL, SCREEN SAVER, SIDE BORDER COLOR,
AUTO BRIGHTNESS en DDC/CI.
Nederlands-25
DISABLE
192.168.0.10
255.255.255.0
192.168.0.1
0.0.0.0
0.0.0.0
NO
-
ON
-
AUTO
OFF
OFF
OFF
15
OFF
-
OFF
ENABLE
OFF
-