AANSLUITEN VAN DE KAMERTEMPERATUURSENSOR (STANDAARD GELEVERD):
Vooraanzicht
Elektriciteitskast
WAARSCHUWING:
De afstand tussen de binnenunit en de externe kamertemperatuursonde moet kleiner zijn dan 1,5 m
De hoogte vanaf de vloer moet ca. 1.5m zijn.
De externe temperatuursensor mag niet worden geplaatst in gebieden die afgedekt kunnen worden wanneer deuren of ramen open staan.
De externe temperatuursensor mag niet worden geplaatst in gebieden die worden beïnvloed door externe thermische invloeden.
De externe temperatuursensor moet worden geïnstalleerd in gebieden waar kamerverwarming niet algemeen wordt gebruikt.
Om de bediening van de externe temperatuursensor te activeren, gebruikt u, eenmaal geïnstalleerd, het bedieningspaneel op het apparaat en
stelt u de parameters in die in de gebruiksaanwijzing worden vermeld.
DE THERMOSTAAT AANSLUITEN (NIET STANDAARD GELEVERD)
Om de thermostaat aan te sluiten, verwijdert u de behuizing en sluit u de draden aan zoals aangegeven in het schema, waarbij u goed let op de nominale
spanning van de meegeleverde
Voeding voor de
thermostaat: gebruik klemmen
thermostaat van stroom te voorzien
Verwarmingsmodus: de thermostaat moet de voeding naar klem 23 inschakelen
Koelmodus: de thermostaat moet de voeding naar klem 24 inschakelen.
WAARSCHUWING:
• De temperatuurinstelling van de thermostaat (verwarmen of koelen) moet
worden gekozen binnen het voor het product ingestelde temperatuurbereik.
• Sluit geen externe elektrische belastingen aan; draden (L) en (N) mogen
ALLEEN worden gebruikt voor de elektrische thermostaat.
• Sluit geen externe elektrische belastingen aan, zoals kleppen, fancoils enz.
(de printplaten van de binnenunit kunnen ernstig worden beschadigd).
• Gebruik geen individuele contacten om het apparaat te beheren, maar
gebruik ze alleen via een geschikte elektronische thermostaat.
22
Achteraanzicht
thermostaat.
25 e 26
(220V)
--
Externe
kamertemperatuur
-sensor
VERWARMEN
om de
XT4
N
KOELEN
24
25
23
3
1
2
Thermostaat
Deuren
L {220-240V
-
S0Hz)
26
4