Nederlands–12
Accu plaatsen en uitnemen
(zie afbeeldingen C–D)
Schakel de accu altijd uit als u deze in de houder plaatst
of uit de houder neemt.
Om de accu te kunnen plaatsen, moet de sleutel A5 in het slot
A6 steken en het slot moet geopend zijn.
Voor het plaatsen van de standaardaccu A8 plaatst u deze
met de contacten op de onderste houder A9 aan de eBike (de
accu kan tot 7° naar het frame gekanteld zijn). Kantel deze tot
aan de aanslag in de bovenste houder A7.
Voor het plaatsen van de bagagedrageraccu A2 duwt u de-
ze met de contacten naar voren in de houder A1 in de bagage-
drager tot de accu vastklikt.
Controleer of de accu stevig vast zit. Sluit de accu altijd met
het slot A6 af. Anders kan het slot opengaan en kan de accu uit
de houder vallen.
Trek de sleutel A5 na het afsluiten altijd uit het slot A6. Daar-
mee voorkomt u dat de sleutel eruit valt of de accu van een ge-
parkeerde eBike door anderen wordt meegenomen.
Voor het uitnemen van de standaardaccu A8 schakelt u de-
ze uit en opent u het slot met de sleutel A5. Kantel de accu uit
de bovenste houder A7 en trek deze uit de onderste houder
A9.
Voor het verwijderen van de bagagedrageraccu A2 scha-
kelt u deze uit en opent u het slot met de sleutel A5. Trek de
accu uit de houder A1.
Gebruik
Ingebruikneming
Gebruik alleen originele Bosch accu's die door de fabri-
kant voor uw eBike zijn toegestaan. Het gebruik van an-
dere accu's kan tot letsel en brandgevaar leiden. Bij ge-
bruik van andere accu's wordt door Bosch geen
aansprakelijkheid aanvaard en geen garantie geboden.
In- en uitschakelen
Het inschakelen van de accu is een van de mogelijkheden om
het eBike-systeem in te schakelen. Lees en houd u aan de ge-
bruiksaanwijzing van aandrijfeenheid en boordcomputer.
Controleer voor het inschakelen van de accu of het eBike-sy-
steem dat het slot A6 afgesloten is.
Als u de accu wilt inschakelen, drukt u op de aan-uit-toets
A4. De leds van de indicatie A3 gaan branden en geven tege-
lijkertijd de oplaadtoestand aan.
Opmerking: Ligt de capaciteit van de accu onder 5 %, dan
brandt aan de accu geen LED van de laadindicatie A3. Alleen
aan de boordcomputer is te herkennen of het eBike-systeem
ingeschakeld is.
Als u de accu wilt uitschakelen, drukt u opnieuw op de aan-
uit-toets A4. De leds van de indicatie A3 gaan uit. Het eBike-
systeem wordt daarmee eveneens uitgeschakeld.
0 276 001 SAI | (19.2.15)
Wordt ongeveer 10 minuten lang geen vermogen van de
eBike-aandrijving opgeroepen (bijv. omdat de eBike stilstaat)
en is er geen toets aan boordcomputer of bedieningseenheid
van de eBike ingedrukt, schakelen het eBike-systeem en hier-
mee ook de accu om energiespaarredenen automatisch uit.
De accu is door „Electronic Cell Protection (ECP)" beschermd
tegen overmatig ontladen, overmatig opladen, oververhitting
en kortsluiting. Bij gevaar wordt de accu door een veiligheids-
schakeling automatisch uitgeschakeld.
Aanwijzingen voor de optimale omgang
met de accu
De levensduur van de accu kan worden verlengd als deze
goed wordt behandeld en met name bij de juiste temperatu-
ren wordt bewaard.
Met toenemende ouderdom zal de capaciteit van de accu ech-
ter ook bij goede verzorging afnemen.
Een duidelijk kortere gebruiksduur na het opladen geeft aan
dat de accu versleten is. U kunt de accu vervangen.
Accu voor en tijdens het bewaren opladen
Laad de accu op tot ongeveer 60 % (3 tot 4 leds van de op-
laadindicatie A3 branden) voordat u deze voor lange tijd op-
bergt.
Controleer de oplaadtoestand na 6 maanden. Als er nog maar
één led van de oplaadindicatie A3 brandt, dient u de accu
weer tot ca 60 % op te laden.
Opmerking: Als de accu lange tijd in lege toestand wordt be-
waard, kan deze ondanks de geringe zelfontlading worden be-
schadigd en kan de opslagcapaciteit sterk worden verminderd.
Het is niet aan te raden de accu langdurig aan het oplaadappa-
raat aangesloten te laten.
Bewaaromstandigheden
Bewaar de accu bij voorkeur op een droge en goed geventi-
leerde plaats. Bescherm deze tegen vocht en water. Bij on-
gunstige weersomstandigheden is het bijv. aan te raden om
de accu van de eBike te nemen en tot het volgende gebruik in
een gesloten ruimte te bewaren.
De accu kan bij temperaturen van –10 °C tot +60 °C worden
bewaard. Voor een lange levensduur is echter bewaren bij een
temperatuur van ca. 20 °C gunstig.
Let erop dat de maximale bewaartemperatuur niet wordt
overschreden. Laat de accu bijv. in de zomer niet in de auto
liggen en bewaar deze niet in fel zonlicht.
Er wordt aangeraden om de accu niet aan de fiets te bewaren.
BOSCH ACTIVE LINE
Wordt een defect van de accu
herkend, knipperen twee leds
van de oplaadindicatie A3.
Neem in dit geval contact op
met een erkende rijwielhandel.
Bosch eBike Systems
29