20
GAZELLE HANDLEIDING
Montage
Accu plaatsen en uitnemen
Voor het plaatsen van de eBike-accu in de eBike en voor het
uitnemen dient u de gebruiksaanwijzing van de accu te lezen
en in acht te nemen.
Boordcomputer plaatsen en uitnemen
(zie afbeelding A)
Voor het plaatsen van de boordcomputer 3 schuift u hem van
voren in de houder 4.
Voor het uitnemen van de boordcomputer 3 drukt u op de
vergrendeling 15 en schuift u hem naar voren uit de houder 4.
Als u de eBike parkeert, verwijdert u de boordcomputer.
Het is mogelijk om de boordcomputer in de houder tegen het
verwijderen te beveiligen. Demonteer hiervoor de houder 4
van het stuur. Plaats de boordcomputer in de houder. Schroef
de blokkeerschroef 16 (schroefdraad M3, 8 mm lang) van on-
deren in de daarvoor bestemde schroefdraad van de houder.
Monteer de houder opnieuw op het stuur.
Snelheidssensor controleren
(zie afbeelding B)
De snelheidssensor 17 en de bijbehorende spaakmagneet 18
moeten zodanig gemonteerd zijn dat de spaakmagneet bij een
omwenteling van het wiel op een afstand van minimaal 5 mm
en maximaal 17 mm langs de snelheidssensor beweegt.
Opmerking: Is de afstand tussen snelheidssensor 17 en
spaakmagneet 18 te klein of te groot of is de snelheidssensor
17 niet juist aangesloten, dan valt de snelheidsmeterindicatie
f uit en de eBike-aandrijving werkt in het noodloopprogramma.
Draai in dit geval de schroef van de spaakmagneet 18 los en
bevestig de spaakmagneet zo aan de spaak dat hij op de juiste
afstand voorbij de markering van de snelheidssensor komt.
Verschijnt ook daarna geen snelheid op de snelheidsmeterin-
dicatie f, neem dan met een geautoriseerde fietsenhandelaar
contact op.
Gebruik
Ingebruikneming
Voorwaarden
Het eBike-systeem kan alleen geactiveerd worden als de vol-
gende voorwaarden vervuld zijn:
– Een voldoende geladen accu is geplaatst (zie gebruiksaan-
wijzing van de accu).
– De boordcomputer is juist in de houder geplaatst (zie
„Boordcomputer plaatsen en uitnemen", pagina
Nederlands–3).
– De snelheidsensor corect is gemonteerd (zie „Snelheids-
sensor controleren", pagina Nederlands–3).
Bosch eBike Systems
eBike-systeem in- en uitschakelen
Als u het eBike-systeem wilt inschakelen, heeft u de volgen-
de mogelijkheden:
– Is de boordcomputer bij het aanbrengen in de houder al in-
geschakeld, dan wordt het eBike-systeem automatisch in-
geschakeld.
– Druk bij een geplaatste boordcomputer en geplaatste
eBike-accu een keer kort op de aan/uittoets 5 van de
boordcomputer.
– Druk bij een geplaatste boordcomputer op de aan-/uittoets
van de eBike-accu (zie gebruiksaanwijzing van de accu).
De aandrijving wordt geactiveerd zodra u op de pedalen trapt
(behalve bij de functie duwhulp, zie „Hulp bij het lopen in- en
uitschakelen", pagina Nederlands–4). Het motorvermogen
richt zich naar het ingestelde ondersteuningsniveau aan de
boordcomputer. Zodra het systeem geactiveerd wordt, ver-
schijnt gedurende korte tijd „Active Line "op het display.
Zodra u bij normaal gebruik niet meer op de pedalen trapt of
zodra u een snelheid van 25 km per uur heeft bereikt, wordt
de ondersteuning door de aandrijving van de eBike uitgescha-
keld. De aandrijving wordt automatisch weer geactiveerd zo-
dra u op de pedalen trapt of de snelheid onder 25 km per uur
daalt.
Als u het eBike-systeem wilt uitschakelen, heeft u de volgen-
de mogelijkheden:
– Druk op de aan-/uittoets 5 van de boordcomputer.
– Schakel de eBike-accu aan de aan-/uittoets uit (zie ge-
bruiksaanwijzing van de accu).
– Verwijder de boordcomputer uit de houder.
Wordt ongeveer 10 min. lang geen vermogen van de aandrij-
ving opgeroepen (bijv. omdat de eBike stilstaat), schakelt het
eBike-systeem om energiespaarredenen automatisch uit.
Indicaties en instellingen van de boordcomputer
Energievoorziening van de boordcomputer
Zit de boordcomputer in de houder 4, is een voldoende gela-
den accu in de eBike geplaatst en is het eBike-systeem inge-
schakeld, dan wordt de boordcomputer via de accu van de
eBike van energie voorzien.
Wordt de boordcomputer uit de houder 4 genomen, dan
gebeurt de energievoorziening via een interne accu. Is de
interne accu bij het inschakelen van de boordcomputer zwak,
dan verschijnt gedurende 3 s „Met fiets verbinden" in de
tekstindicatie d. Daarna schakelt de boordcomputer opnieuw
uit.
Voor het opladen van de interne accu plaatst u de boordcom-
puter opnieuw in de houder 4 (als een accu in de eBike ge-
plaatst is). Schakel de eBike-accu aan de aan-/uittoets in (zie
gebruiksaanwijzing van de accu).
U kunt de boordcomputer ook via de USB-aansluiting opla-
den. Open hiervoor de beschermkap 8. Verbind de USB-bus
7 van de boordcomputer via een passende USB-kabel met
Nederlands–3
0 276 001 SAI | (19.2.15)