SC-F7000 Series Gebruikershandleiding
1 tot 30 (nummer van geheugenpositie)
Item
Naam Instelling
Aanpassing Invoer
Degelruimte
Printkop Uitlijnen
Drogen
Droogtijd Per Pas-
sage
Zuigdruk Media
Beweging Printkop
Meer Lagen Afdrukken
Het menu op het bedieningspaneel gebruiken
Parameter
Uitleg
Geef de geheugenpositie een naam van maximaal 22 tekens (halve groot-
te). Een duidelijke naam maakt het achteraf gemakkelijker om de geheu-
genpositie te herkennen.
Handmatig
Gebruik deze optie als u last blijft hebben van streepvorming (horizon-
tale strepen, lijnen of stroken met ongelijkmatige kleuren) na reiniging
en uitlijning van de printkop.
Bekijk het afgedrukte patroon en voer de aanpassingswaarde zelf in.
U
1.5
Kies hier de degelruimte oftewel de afstand tussen de printkop en het
afdrukmateriaal.
2.0
De standaardinstelling is 1.5. Deze instelling is in de meeste omstandig-
heden de beste keuze. Selecteer 2.0 als u krassen of vlekken krijgt. Selec-
2.5
teer 2.5 alleen als u in de stand 2.0 nog steeds vlekken op uw afdrukken
krijgt. Een grotere afstand dan strikt noodzakelijk kan tot inktvlekken
binnen in de printer leiden met een lagere afdrukkwaliteit of kortere le-
vensduur van het apparaat tot gevolg.
Handmatig(Uni-D)
Wanneer het afdrukresultaat er erg korrelig of onscherp uitziet, selec-
teer dan Printkop Uitlijnen om de printkop opnieuw uit te lijnen.
Handmatig(Bi-D)
Controleer het patroon en voer de optimale aanpassingswaarde in voor
uitlijning. U
Uitlijnen)" op pagina 49
0 tot 10 sec
Selecteer hoe lang de printkop na elke passage stil moet blijven staan
om de afdruk te laten drogen. Kies een waarde tussen 0,0 en 10,0 secon-
den. De tijd die de inkt nodig heeft om te drogen, hangt af van de dicht-
heid van de inkt en het gebruikte afdrukmateriaal. Als de inkt uitloopt
op het afdrukmateriaal, stelt u een langere tijd in voor het drogen van
de inkt.
Wanneer u de droogtijd verhoogt, duurt het afdrukken langer.
0 tot 10
De printer houdt de juiste afstand tussen het afdrukmateriaal en de print-
kop aan met een speciaal druksysteem. De hoeveelheid druk verschilt
per type afdrukmateriaal. Te veel druk maakt de afstand tussen de print-
kop en dun of flexibel afdrukmateriaal te groot, wat kan leiden tot een
mindere afdrukkwaliteit of een slechte doorvoer van het afdrukmateri-
aal. In dergelijke gevallen moet u de zuigdruk verlagen. Een lagere waar-
de betekent minder kracht.
Gegevensbreedte
Kies het bereik voor de beweging van de printkop tijdens het afdrukken.
Met Gegevensbreedte blijft de beweging van de printkop beperkt tot
Voll. Breedte Pr.
het bedrukte gebied. Wanneer u de beweging van de printkop beperkt,
neemt de afdruksnelheid toe.
Met Voll. Breedte Pr. beweegt de printkop over de volledige breedte
van het grootste afdrukmateriaal dat de printer ondersteunt. Selecteer
deze optie voor een gelijkmatiger afdrukresultaat (minder variatie).
Uit
Kies het aantal keren dat elke regel wordt afgedrukt.
2 tot 8
"Aanpassing Invoer" op pagina 50
"Verkeerde uitlijning van de printkop corrigeren (Printkop
77