Verwijder de zes aangegeven M4,2 x 19mm
Schroeven (3) en de zes Voetleuningtussenring
(25). Laat het Onderstel (50) vervolgens zakken
(zie DE LOOPBAND LATEN ZAKKEN VOOR
GEBRUIK op bladzijde 21).
a
50
3
25
3
Verwijder de vijf aangegeven M4,2 x 19mm
Schroeven met Tussenring (9). Verwijder dan voor
zichtig de Motorkap (56).
56
9
3
25
3
9
9
9
23
Zoek de Snelheidssensor (100) en de Magneet
(91) aan de linkerkant van de Katrol (46). Draai
de Katrol tot de Magneet is uitgelijnd met de
Snelheidssensor. Zorg dat het gat tussen de
Magneet en de Snelheidssensor ongeveer 3 mm
is. Draai, indien nodig, de M4,2 x 13mm Tekschroef
(112) wat los en verplaats de Snelheidssensor
enigszins. Draai de Tekschroef weer vast. Laat de
loopband een paar minuten draaien om te controle
ren of de snelheid juist wordt afgelezen en bevestig
de Motorkap (niet afgebeeld) weer.
Bovenaanzicht
SYMPTOOM: de helling van de loopband verandert
niet juist
a. Houd de toets Stop en de toenametoets Speed
(snelheid) ingedrukt, steek de sleutel in het
bedieningspaneel en laat de toets Stop en de toe
nametoets Speed dan weer los. Druk vervolgens
op de toets Stop en druk dan op de toename of
afnametoets Incline (helling). De loopband zal
automatisch naar het maximum hellingniveau
stijgen en dan naar het minimumniveau terugkeren.
Hierdoor zal het hellingsysteem opnieuw geijkt wor
den. Druk op de toets Stop en daarna weer op de
toename of afnametoets Incline als het hellingsys
teem niet met ijken gaat beginnen. Trek de sleutel
uit het bedieningspaneel als het hellingsysteem
geijkt is.
3 mm
46
112
91
100