Geavanceerde instellingen
Beveiliging van uw wireless netwerk
Start het programma Philips Wireless Network Manager
Dubbelklik op het pictogram in de taakbalk
Als Philips Wireless Network Manager niet start
moet u op dit pictogram dubbelklikken.
Ga naar de beveiligingsinstellingen
1 Selecteer het tabblad Configuratie
2 Selecteer het tabblad Beveiliging
3 Klik op Beveiliging uit, om de beveiliging in te schakelen
Voer de beveiligingsinstellingen in
1 Selecteer uw Bevestigingstype
2 Selecteer uw Codetype indien van toepassing
3 Selecteer Gebruik wachtzin, indien van toepassing
4 Voer uw codering in
Zie de gebruikershandleiding van uw Router om deze beveiligingsinstellingen vast te
stellen.
TIP voor meer informatie over codering zie "Configuratie – sub-tabblad Beveiliging"
op pagina 14.
Activeer het huidige profiel
Selecteer Wijzigingen toepassen
Andere apparaten configureren
Zorg ervoor dat de op het netwerk aangesloten apparaten gebruik maken van
dezelfde Netwerknaam (SSID), wireless-modus en beveiligingsinstellingen
NL
11