Te lage warmtapwaterinstelling.
Open menu 2.2 en selecteer een hogere comfortmo-
dus.
Te lage of niet werkende priorisering van warmtapwa-
ter.
Open menu 4.9.1 en verhoog de tijd waarop het
warmtapwater prioriteit moet krijgen.
Lage kamertemperatuur
Gesloten thermostaten in meerdere kamers.
Zet de thermostaten in zoveel mogelijk kamers op
max. Stel de kamertemperatuur af via menu 1.1 in
plaats van de thermostaten te smoren.
Warmtepomp in onjuiste bedrijfsmodus.
Open menu 4.2. Indien de modus "auto [auto]" ge-
selecteerd is, selecteert u een hogere waarde bij
"stop verwarming" in menu 4.9.2.
Indien de modus "handmatig" geselecteerd is, selec-
teert u "heating". Indien dit niet genoeg is, selecteert
u "addition".
Te lage instelwaarde op de automatische verwarmings-
regeling.
Open menu 1.1.(temperatuur) en stel de verschuiving
van de stooklijn af. Indien de kamertemperatuur al-
leen laag is bij koud weer, moet de helling van de
stooklijn omhoog worden afgesteld in menu 1.9.1
(stooklijn).
Te lage of niet werkende priorisering van warmte.
Open menu 4.9.1 en verhoog de tijd waarop de
verwarming prioriteit moet krijgen.
Vakantiemodus geactiveerd in menu 1.3.4.
Open menu 1.3.4 en selecteer "Off" ["Uit"].
Externe schakelaar voor het wijzigen van de geactiveer-
de kamerverwarming.
Controleer alle externe schakelaars.
Circulatiepomp(en) (GP1 en/of GP2) gestopt.
Zie hoofdstuk "Starthulp voor de circulatiepomp"
op pagina 34.
Lucht in het afgiftesysteem.
Ontlucht het afgiftesysteem .
Gesloten kleppen naar het afgiftesysteem.
Open de kleppen.
Hoge kamertemperatuur
Te hoge instelwaarde op de automatische verwarmings-
regeling.
Open menu 1.1.(temperatuur) en stel de verschuiving
van de stooklijn neerwaarts af. Indien de kamertem-
peratuur alleen hoog is bij koud weer, moet de hel-
ling van de stooklijn omlaag worden afgesteld in
menu 1.9.1 (stooklijn).
Externe schakelaar voor het wijzigen van de geactiveer-
de kamerverwarming.
Controleer alle externe schakelaars.
Lage systeemdruk
Niet genoeg water in het afgiftesysteem.
Vul het water in het klimaatsysteem bij.
NIBE™ F1345
Geringe of geen ventilatie
Dit deel van het hoofdstuk Storingzoeken is alleen van
toepassing als het NIBE FLM-accessoire is geïnstalleerd.
Filter geblokkeerd.
Reinig of vervang het filter.
Afvoerluchtapparaat geblokkeerd of te veel gesmoord.
Controleer en reinig de afvoerluchtinstallaties.
Ventilatorsnelheid in verminderde modus.
Open menu 1.2 en selecteer "normaal".
Externe schakelaar voor het wijzigen van de geactiveer-
de ventilatorsnelheid.
Controleer alle externe schakelaars.
Hoge of ontregelde ventilatie
Dit deel van het hoofdstuk Storingzoeken is alleen van
toepassing als het NIBE FLM-accessoire is geïnstalleerd.
De ventilatie is niet ingeregeld.
Vraag om/implementeer ventilatie-inregeling.
Ventilatorsnelheid in gedwongen modus.
Open menu 1.2 en selecteer "normaal".
Externe schakelaar voor het wijzigen van de geactiveer-
de ventilatorsnelheid.
Controleer alle externe schakelaars.
Filter geblokkeerd.
Reinig of vervang het filter.
De compressor start niet
Er is geen verwarmingsvereiste.
De warmtepomp vraagt niet om verwarming of
warmtapwater.
Temperatuurvoorwaarden geactiveerd.
Wacht tot de temperatuurvoorwaarde is gereset.
Minimale tijd tussen compressorstarten is nog niet be-
reikt.
Wacht 30 minuten en controleer of de compressor
is gestart.
Alarm geactiveerd.
Volg de instructies op het display.
Borrelend geluid
Dit deel van het hoofdstuk Storingzoeken is alleen van
toepassing als het NIBE FLM-accessoire is geïnstalleerd.
Niet genoeg water in het waterslot.
Vul het waterslot bij met water.
Gesmoord waterslot.
Controleer de condenswaterslang en stel deze af.
Hoofdstuk 5 |
Storingen in comfort
41