Symbool
Beschrijving
Compressor (geblokkeerd)
Compressor (extern aangestuurd)
Compressor (standaard)
Wisselkleppen voor warmtapwater respectie-
velijk zwembadregeling.
De aanduidingen boven de wisselklep geven
aan waar deze elektrisch is aangesloten
(EB100 = Master, EB101 = Slave 1, CL11 =
Zwembad 1 enz.).
Productie warmtapwater
Zwembad 1
Zwembad 2
Verwarming (verwarming van het gebouw,
inclusief eventueel extra afgiftesysteem)
Menu 5.2.4 - accessoires
Hier laat u de warmtepomp weten welke accessoire hier
geïnstalleerd zijn.
Er zijn twee manieren waarop aangesloten accessoires
geactiveerd kunnen worden. U kunt het alternatief mar-
keren in de lijst of gebruik maken van de automatische
functie "geïnstalleerde acc. zoeken".
geïnstalleerde acc. zoeken
Markeer "geïnstalleerde acc. zoeken" en druk op de OK-
toets om automatische aangesloten accessoires voor de
F1345 te vinden.
LET OP!
"niveausensor" worden niet automatisch gevon-
den, maar moeten met de hand worden aange-
vinkt.
Voorzichtig!
Vink alleen de optie externe (open) bronpomp
aan als het accessoire AXC 50 moet worden
gebruikt om de circulatiepomp te regelen.
Menu 5.3 - instellingen accessoire
De bedrijfsinstellingen voor accessoires die geïnstalleerd
en geactiveerd zijn, worden verricht in de submenu's
hiervoor.
NIBE™ F1345
Menu 5.3.1 - FLM
tijd tussen ontdooibeurten
Instelbereik: 1 – 30 u
Standaardwaarde: 10 u
maanden t. filteralarms
Instelbereik: 1 – 12
Standaardwaarde: 3
voortdurend pompbedr.: Selecteren voor continu be-
drijf van de circulatiepomp in de afvoerluchtmodule.
tijd tussen ontdooibeurten: Stel de minimale tijd in
die moet verstrijken tussen ontdooiprocedures van de
warmtewisselaar in de afvoerluchtmodule.
Als de afvoerventilatieluchtmodule in bedrijf is, wordt de
warmtewisselaar gekoeld, zodat er ijs op wordt gevormd.
Als er te veel ijs wordt gevormd, neemt de warmteover-
drachtscapaciteit van de warmtewisselaar af en moet er
worden ontdooid. Bij ontdooien warmt de warmtewisse-
laar op, zodat het ijs smelt en wegloopt via de condens
afvoerslang.
maanden t. filteralarms: Stel in hoeveel maanden er
moeten verstrijken voordat de warmtepomp aangeeft
dat het tijd is om het filter in de afvoerluchtmodule te
reinigen.
Maak het luchtfilter van de afvoerluchtmodule regelmatig
schoon. Het interval hangt af van de hoeveelheid stof in
de ventilatielucht.
Menu 5.3.2 - shuntgestuurde bijverw.
start bijverwarming
Instelbereik: -2000 – -30 GM
Standaardwaarde: -400 GM
minimale looptijd
Instelbereik: 0 – 48 u
Standaardwaarde: 12 u
min. temp.
Instelbereik: 5 – 90 °C
Standaardwaarde: 55 °C
mengklep versterker
Instelbereik: 0,1 –10,0
Standaardwaarde: 1,0
mengklep stap vertraging
Instelbereik: 10 – 300 s
Standaardwaarde: 30 s
Stel hier de minimale looptijd en de minimale temperatuur
in voor het starten van de externe bijverwarming met
shunt, zoals een hout-/olie-/gas-/pelletgestookte boiler.
Voor de shunt kunt u de shuntversterking en de shunt-
wachttijd instellen.
Raadpleeg de installatie-instructies voor het accessoire
voor een beschrijving van de werking.
Hoofdstuk 3 |
Regeling - Menu's
29