Inhoudsopgave
Advertenties
nl-NL
Aanwijzingen voor installatie en planning
Installatievoorwaarden
Aansluiting mag alleen plaatsvinden op een installatie die voldoet aan
alle daarvoor geldende voorschriften, verordeningen en richtlijnen.
Daarnaast moeten alle relevante veiligheidsvoorschriften in acht
worden genomen, alsmede de regels van de techniek.
Transport
Het apparaat mag niet zonder transportbeveiliging worden
getransporteerd. Bewaar de transportbeveiliging. Monteer de
transportbeveiliging weer voordat u het apparaat transporteert
(bijvoorbeeld bij een verhuizing).
Algemene voorwaarden voor het gebruik
Omgevingstemperatuur op de plaats van opstelling: +2 °C tot +35 °C.
Afhankelijk van de plaats van opstelling kan de constructie van het
gebouw geluiden en vibraties overnemen. Wanneer strenge eisen aan
het geluidsniveau worden gesteld, dient u een deskundige in te
schakelen.
Elektrische aansluiting
Het apparaat is afhankelijk van de uitvoering voorzien van een
aansluitkabel met of zonder stekker.
Aansluiting mag alleen plaatsvinden op een elektrische installatie die
voldoet aan alle daarvoor geldende voorschriften (zoals NEN 1010).
De aansluiting mag alleen door een vakman worden uitgevoerd.
Op het typeplaatje staat informatie over de nominale aansluitwaarde
en de zekering. Vergelijk deze gegevens met de waarden van het
elektriciteitsnet.
Het apparaat kan met een vaste aansluiting of met een
stekkersysteem volgens IEC 60309-1 worden aangesloten. Wij
adviseren, het apparaat via een geschikte stekkerverbinding aan te
sluiten, zodat een elektrische veiligheidstest bijv. bij reparatie of
onderhoud eenvoudig kan worden uitgevoerd.
Bij een vaste aansluiting moet het apparaat via een schakelaar met
alle polen van de netspanning kunnen worden losgekoppeld. De
contactopening in uitgeschakelde toestand moet minimaal 3 mm
bedragen. Geschikte schakelaars zijn zelf-uitschakelaars, zekeringen
en relais (IEC/EN60947).
De stekkerverbinding of de schakelaar voor het loskoppelen van de
netspanning moet altijd toegankelijk zijn. Bij loskoppeling van de
netspanning moet het betreffende systeem afsluitbaar zijn. Hierop
moet op elk moment controle mogelijk zijn.
Werkzaamheden in verband met heraansluiting, veranderingen in de
installatie of controle van de aarddraad of de zekeringen mogen
alleen worden uitgevoerd door een vakman die op de hoogte is van
alle geldende voorschriften.
Als het apparaat naar een andere spanningssoort moet worden
omgeschakeld, moet de betreffende instructie op het schema in
acht worden genomen. De omschakeling mag alleen door de
geautoriseerde vakhandel en door Miele worden uitgevoerd.
Daarnaast moet de instelling "Verwarmingsvermogen" worden
aangepast.
Het is niet toegestaan installaties te gebruiken die het apparaat
automatisch uitschakelen (zoals tijdschakelklokken).
De bij de technische gegevens vermelde draaddoorsnede heeft alleen
betrekking op de benodigde aansluitkabel. Voor de andere leidingen
verwijzen wij naar de geldende nationale voorschriften.
Koudwateraansluiting
De automaat mag zonder terugslagklep op het waterleidingnet worden
aangesloten, omdat het apparaat gebouwd is volgens de daarvoor
geldende normen.
Voor de aansluiting is een (water-) kraan met schroefkoppeling
vereist. Ontbreekt deze, dan mag het apparaat alleen door een
erkend installateur op de drinkwaterleiding worden aangesloten.
Een geschikte slang met schroefkoppeling wordt bij het apparaat
geleverd.
Als accessoire zijn er verlengslangen van 2,5 en 4,0 m. Deze zijn
verkrijgbaar bij de Miele-vakhandel en bij Miele.
12
Warmwateraansluiting
Voor de warmwateraansluiting (tot 70 °C) gelden dezelfde
aansluitvoorwaarden als voor de koudwateraansluiting.
Een geschikte slang met schroefkoppeling wordt bij het apparaat
geleverd.
Het apparaat kan worden aangesloten op een heetwaterleiding (70 °C
tot max. 85 °C). Hiervoor moet een speciale, hittebestendige
toevoerslang worden geplaatst.
Een geschikte toevoerslang is verkrijgbaar bij de Miele-vakhandel en
bij Miele. Daarnaast moet het apparaat door Miele of een
geautoriseerde vakhandelaar worden geherprogrammeerd.
Om functionele redenen kan het apparaat niet alleen op een
warmwatervoorziening worden aangesloten.
Is ter plaatse geen warmwatervoorziening aanwezig, dan moet de
warmwateraansluiting op koud water worden aangesloten.
Alternatief moet u de warmwateraansluiting met de bijgeleverde
afdekking afsluiten en de besturing herprogrammeren op
koudwatertoevoer.
De benodige waterhoeveelheid voor warm water moet dan bij de
benodigde koudwaterhoeveelheid worden opgeteld.
Afvoerklep (afhankelijk van de variant)
Het legen van het apparaat gebeurt via een afvoerklep met
motoraandrijving. Met gebruikelijk montagemateriaal kan de automaat
rechtstreeks op een ter plaatse aanwezig afvoersysteem worden
aangesloten (zonder sifon) of op een vloerafvoer (zinkputje met
stankafsluiter).
Voor een goede afvoer moeten de leidingen beslist belucht zijn. Als
de beluchting onvoldoende is, kunt u een geschikte beluchtingsset
(M.-Nr. 05 239 540) bij de Miele-vakhandel of Miele bestellen.
Als meerdere apparaten op één verzamelleiding worden aangesloten,
moet deze leiding zo groot zijn dat u alle apparaten tegelijk kunt
gebruiken.
Afvoerpomp (afhankelijk van de variant)
Het water wordt afgepompt met een afvoerpomp voor een
opvoerhoogte tot 1 m. Om de waterafvoer niet te belemmeren, moet
de slang zonder knikken worden gelegd. De bocht aan het einde van
de slang kunt u draaien of eraf trekken.
Mogelijkheden voor de waterafvoer:
1. Rechtstreekse aansluiting op een kunststof afvoerbuis met
rubberen mof (sifon niet verplicht).
2. Aansluiting op een wastafel met kunststof nippel.
3. Afvoer via een putje in de vloer.
PW 5065
10 144 270 / 01
Advertenties
Inhoudsopgave
