3.2.1 Binnendeel
1. Installeer het binnendeel op een plaats die het gewicht van het binnendeel kan dragen.
2. De aanvoer en uitblaas mogen nooit worden geblokkeerd, zodat de lucht ook de gehele
ruimte kan bereiken.
3. Laat rondom het toestel voldoende ruimte voor service werkzaamheden.
4. Kies een plaats waar, de condensafvoer makkelijk kan worden gemonteerd.
5. Zorg voor zoveel mogelijk ruimte boven het binnendeel, om de service makkelijker uit te
kunnen voeren.
3.2.2 Buitendeel
Waarschuwing
1)
Installeer het toestel horizontaal, niet meer dan 5° scheef
2)
Installeer het toestel stevig, zodat het bestand is tegen extreme weersinvloeden (wind)
1) Indien mogelijk, installeer het buitendeel niet op een plaats, direct in het zonlicht.
2) Installeer het toestel op een plaats waar het zo min mogelijk vuil kan worden of onderhevig
is aan regen.
3) Installeer het toestel op een plaats waar men eenvoudig het binnendeel kan aansluiten.
4) Installeer het buitendeel, waar het condenswater eenvoudig kan weglopen zonder hinder
tijdens het verwarmen.
5) Plaats het buitendeel op een plaats die het gewicht kan dragen en waar zo min mogelijk
vibraties en geluid kunnen worden waargenomen.
6) Zorg voor voldoende ruimte om het buitendeel zie fig.3
3.3 Koelleidingen aansluiten
Waarschuwing
De maximale lengte wordt in de volgende tabel weergegeven. Zorg ervoor dat deze afstanden niet
worden overschreden.
G:\002 Leverancier\030 Producten\001 Gebruiks- en Installatievoorschr\Gree\Gebruiks en installatievoorschriften 2017\(E31-E32-E33-E34-E36) Instructie
Manual Duct Inverter 2017.docx
DC INVERTER SERIE DUCT UNIT
6