8.1
Voorbereiding
8.1.1
Schakel de afzuigpomp uit met de voedingsschakelaar („0") en wacht tot het
vacuüm is weggevallen.
8.1.2
Neem het netsnoer uit het stopcontact en uit de stroomaansluiting op de
achterzijde van het apparaat.
8.1.3
Koppel de afzuigverbindingsslang en de slang-filterset los van het apparaat.
8.1.4
Koppel de vingertop / afzuigonderbreker los van de connector van de afzuigverbin-
dingsslang.
8.1.5
Demonteer de slang-filterset. Trek hiervoor de slangen los van de aansluitingen
van het afzuigfilter.
8.1.6
Neem het afzuigreservoir uit de houder.
8.2
Afzuigreservoir:
8.2.1
Neem voorzichtig het deksel van de houder van het afzuigreservoir en ledig de
inhoud.
Aanwijzing:
Het afzuigreservoir moet na elk gebruik worden geledigd, en de inhoud moet
worden afgevoerd in overeenstemming met de toepasselijke normen, regels en
wetten (zie hoofdstuk 1, punt 1.3.3).
8.2.2
Spoel het deksel en de houder grondig uit met warm leidingwater.
8.2.3
Was het deksel en het reservoir grondig in warm leidingwater met een mild
afwasmiddel en spoel de onderdelen nadien grondig na met warm leidingwater.
8.2.4
Bereid een azijnoplossing in een recipiënt: 1 deel azijn (plantaardig / in de handel
ver krijgbaar met een zuurconcentratie van ongeveer 5 %) en 3 delen warm water
(het water moet ongeveer 65 °C tot 70 °C warm zijn). Dompel de houder en het
deksel gedurende 60 minuten in de bereide azijnoplossing.
8.2.5
Spoel het deksel en de houder grondig uit met warm water.
8.2.6
Droog het deksel en de houder vervolgens met een zachte doek en / of laat de
onderdelen volledig drogen aan de lucht.
8.3
Afzuigverbindingsslang en siliconen slangen:
8.3.1
Maak alle slangen grondig schoon door er warm leidingwater te laten doorstro-
men.
8.3.2
Bereid een azijnoplossing in een recipiënt: 1 deel azijn (plantaardig / in de handel
ver krijgbaar met een zuurconcentratie van ongeveer 5 %) en 3 delen warm
13