3.5.2 Autorisatie logisch blok
Functioneringsprincipe voor autorisatie van het logische blok:
De instellingen zijn de volgende:
-
Autorisatie logisch blok : 0 = Geblokkeerd, 1 = Geautoriseerd.
-
Actie als logische uitgang = 0 : Scene 1.
-
Actie als logische uitgang = 1 : Scene 2.
-
Logische ingang 1 en 2 verbonden via logische operatie EN.
-
Verzenden logische uitgang: Bij verandering van een ingang.
Autorisatie logisch blok
Logische ingang 1
Logische ingang 2
Logische uitgang
Uitgang
De logische uitgang heeft geen invloed op de uitgang.
1
De bediening van de logische uitgang is uitgevoerd.
2
Opmerking: De bediening van de logische uitgang is uitgevoerd na de autorisatie volgens de instelling Logische
uitgang na autorisatie.
Instelling
Object autorisatie
logisch blok
Opmerking: Als het logische blok geblokkeerd is, wordt de logische operatie niet verwerkt.
Communicatieobjecten:
* Standaardwaarde
TYA662AN - TYA664AN-BN
Scene 2
1
Het object Logisch blok 1 - Autorisatie en de verbonden
instellingen zijn verborgen.
Het object Logisch blok 1 - Autorisatie en de geassocieerde
instellingen worden weergegeven.
Blok 1
126 - Logisch blok 1 - Autorisatie (1 bit - 1.003 DPT_Enable)
Blok 2
132 - Logisch blok 2 - Autorisatie (1 bit - 1.003 DPT_Enable)
Scene 1
Scene 2
2
Beschrijving
30
1
Waarde
Niet actief*
Actief
6LE004004A