DTC-modus 3
De naloopreiniging wordt gestart, wanneer het verschildruk de waarde ∆p DTC min heeft onderschreden,
nadat van tevoren de waarde ∆p DTC max werd overschreden. Het signaal aan ingang E1, E2 wordt niet
in acht genomen.
6.4 Reiniging via start-stop-ingang (externe ∆p-schakelaar)
Wordt de reiniging via een externe ∆p-schakelaar geregeld, moet het potentiaalvrij contact van de ∆p-
schakelaar aan de start-stop-ingang D1, D2 (klemmen 12, 13) worden aangesloten. Der werking van de
RM-216 C is uit de volgende tabel zichtbaar.
Bij instelling „∆p-modus OFF"
Contact (ingang D1, D2)
open
gesloten
Bij instelling „∆p-modus ON"
Contact (ingang D1, D2)
open
gesloten
open
gesloten
Gedurende de naloopreiniging is de start-stop-ingang D1, D2 inactief.
RDN 10000092
Verschildruk ∆p
∆p > ∆p-MAX
∆p > ∆p-MAX
∆p < ∆p-MIN
∆p < ∆p-MIN
12
Documentatie RM-216 C.10 Easy Line
Reiniging
AAN
UIT
Reiniging
AAN
UIT
UIT
AAN
13.05.2014