Opmerking: De functies "Verzadiging" en "Tint" worden niet ondersteund
in de computermodus.
Beeld
•
•
•
Projectie
•
Gebruik deze functie om de gewenste beeldverhouding te
kiezen.
•
•
•
Beeldverhouding
•
•
•
Past de scherpte van het beeld aan.
•
Scherpte
•
Voorkant: de standaard fabrieksinstelling.
Plafond: als u deze functie kiest, keert de
projector het beeld om als de projector aan het
plafond is bevestigd.
Achterkant: als u deze functie gebruikt, draait de
projector het beeld om, zodat u van achter een
doorzicht scherm kunt projecteren.
Plafond achter: als u deze functie gebruikt, wordt
het geprojecteerde beeld omgedraaid en omgekeerd.
U kunt dat projecteren van achter een doorzicht
scherm terwijl de projector aan het plafond is
gemonteerd.
Auto: behoudt de oorspronkelijke hoogte/
breedteverhouding van het beeld en maximaliseert
het beeld bij de eigen horizontale of verticale pixels.
Volledig: het beeld wordt weergegeven met alle
horizontale en verticale pixels.
4:3: het beeld wordt passend gemaakt in het scherm
met een beeldverhouding van 4:3.
16:9: het beeld wordt passend gemaakt in het scherm
met een beeldverhouding van 16:9.
L.Box: behoudt de originele signaalbeeldverhouding
en zoomt tot 1,333 keer in.
Anamorfisch 2,35:1: rekt het beeld verticaal uit voor
een anamorfische lens. De oorspronkelijke breedte van
het beeld blijft behouden, maar de hoogte wordt met
een factor 1,321875 aangepast.
Druk op
om de scherpte te verlagen.
Druk op
om de scherpte te verhogen.
19