Draai het objectief volgens de afbeelding totdat het op zijn
plaats klikt.
A
Objectieven met intrekbare objectiefcilinderknoppen
Objectieven met intrekbare
objectiefcilinderknoppen kunnen niet
worden gebruikt wanneer ingetrokken.
Maak, om het objectief te ontgrendelen en
te verlengen, de camera gereed voor
gebruik, houd de intrekbare
objectiefcilinderknop ingedrukt (q) en
draai zoals afgebeeld aan de zoomring (w).
U kunt het objectief intrekken en de
zoomring vergrendelen door de knop in te
drukken en de ring in de tegenovergestelde
richting te draaien. Trek voor het
verwijderen het objectief in en let op dat u niet op de intrekbare
objectiefcilinderknop drukt tijdens het bevestigen of verwijderen van
het objectief.
De camera schakelt automatisch in wanneer de vergrendeling van de
intrekbare objectiefcilinderknop wordt ontgrendeld; bovendien, als het
beeld door het objectief wordt weergegeven of wanneer de monitor uit
is, schakelt de camera uit wanneer de objectiefcilinder is vergrendeld
(in het geval van 1 NIKKOR VR 10–30mm f/3.5–5.6- en 1 NIKKOR VR
30–110mm f/3.8–5.6-objectieven, is firmwareversie 1.10 of hoger
vereist als het vergrendelen van het objectiefcilinder de camera moet
uitschakelen wanneer de monitor uit is; bezoek de Nikon-website van
uw regio voor informatie over het updaten van firmware voor uw
objectief).
Zoomring
Knop intrekbare
objectiefcilinder
s
21