Elektrische bijverwarming
6.2.
Het thermisch vermogen van de warmtepomp kan met de extra elektrische verwarming met 3 kW
worden verhoogd. Met de elektrische bijverwarming kan het bovenste deel van de opslagtank zeer
snel worden opgewarmd. Toepassingen voor de elektrische verwarming zijn: BOOST-functie,
legionellabeschermingsfunctie, abnormaal hoog waterverbruik of herinbedrijfstelling na het legen van
de opslagtank. Om de extra elektrische verwarming te gebruiken, moet deze worden geactiveerd als
in bedrijf. Het verwarmingselement kan ook alleen als noodverwarming worden gebruikt.
Permanente corrosiebescherming van de opslag
6.3.
Signaalanode
De WW-opslagtank wordt effectief beschermd door emaillering tegen corrosie. Uiteraard is het
geëmailleerde oppervlak enigszins poreus. Om uw warmwaterboiler optimaal en permanent te
beschermen tegen corrosie, voorzien wij bovendien elke opslageenheid van een signaalanode in het
midden van de opslagtank. De ruim bemeten anode slijt langzaam. In de regel werkt de signaalanode
enkele jaren (afhankelijk van de waterkwaliteit). De signaalanode informeert u via een foutmelding op
het display dat de anode vervangen moet worden. Deze opmerking is echter alleen ter informatie, de
mate van verwarming wordt hier niet door beïnvloed. Vraag zonodig uw installateur om een nieuwe
signaalanode te installeren.
Automatische ontdooiing
6.4.
De warmtepomp is voorzien van een continue automatische ontdooiing. Dit systeem vermindert de
frequentie van ontdooicycli en verhoogt tegelijkertijd de winstgevendheid van de warmtepomp
(langere doorlooptijden). Toch kan het gebeuren dat de verdamper moet worden ontdooid (vooral bij
zeer lage buitentemperaturen en bij een constant hoge vraag naar tapwater). Een sensor bewaakt de
temperatuur van de verdamper en start indien nodig automatisch een ontdooicyclus. De drempel voor
het activeren van de ontdooicyclus is -18 ° C voor het hete gasproces. Bij een verdampertemperatuur
van +5 ° C wordt de werking van warmtepomp hervat.
Wanneer de temperatuur bij de verdamper onder -2 ° C daalt, wordt een ontdooicyclus met heet gas
gestart. Het magneetventiel wordt geopend terwijl de compressor draait en de ventilator is
uitgeschakeld. Wanneer de verdampertemperatuur + 5 ° C bereikt, sluit het magneetventiel en wordt
de ventilator weer ingeschakeld. Als de verdampertemperatuur van + 5 ° C niet binnen 20 minuten
wordt bereikt, wordt de ontdooicyclus afgebroken en op normaal bedrijf omgeschakeld. Als de
verdampertemperatuur daalt tot -18 ° C of lager, wordt de HP uitgeschakeld. De extra
verwarmingstoestellen "WP + EL" of "WP + KES" nemen de WW-bereiding over zodra de temperatuur
van het tapwater onder "Tmin" zakt.
Tips & Tricks
Er zitten minstens twee uur tussen twee ontdooicycli. Dit betekent dat er binnen twee uur na het
starten van een ontdooicyclus geen verdere ontdooicyclus wordt gestart, zelfs als de temperatuur van
de verdamper lager zou worden dan -2 ° C.
Keuze van energiebronnen
6.5.
De warmwaterbereiding kan worden uitgevoerd via de warmtepomp (WP), de aanvullende elektrische
verwarming en / of een externe warmtebron (ketel, zonnesysteem ...).
De energiebronnen worden geselecteerd in het instelmenu afzonderlijk of in combinatie, waarbij de
combinatie van "elektrische bijverwarming en externe voeding tegelijkertijd" niet is toegestaan.
Handleiding OC Warmtepomp | PCM | v4.0 (26-02-2021)
21