INSTALLATIE ALGEMEEN
Het uiterlijk, de prestatie en levensduur van de geïnstalleerde vloerbedekking wordt voor een groot deel bepaald door de kwaliteit van
de voorbewerkte ondervloer en het vakmanschap waarmee het materiaal is aangebracht.
Controleer of de ruimte waarin de vloerbedekking wordt gelegd
schoon, leeg en water- en winddicht is. De ondervloer moet schoon,
blijvend droog, voldoende vlak, druk- en trekvast en blijvend scheurvrij
zijn. Dit overeenkomstig de eisen zoals aangegeven in DIN 18365.
Rollen dienen rechtopstaand te worden opgeslagen.
De aan te houden open tijd van de lijm hangt af van de
omgevingsomstandigheden en het absorberend vermogen van de
ondervloer. Het is aan te raden een plakproef te doen voordat met de
installatie wordt gestart. Een plakproef zal inzicht geven in de meest
geschikte verwerking (open tijd) van de lijm onder de aanwezige
omstandigheden en voorkomt eventuele hechtingsproblemen.
Controleer altijd het vochtpercentage in de ondervloer. Breng, als de
constructie daarom vraagt, een vochtscherm aan. Houd als maximaal
vochtpercentage 2,5% aan voor zandcement en 0,5% voor anhydriet.
Zorg voor goede verlichting zodat de installatie goed kan worden
uitgevoerd en het materiaal, de ondervloer en het eindresultaat goed
beoordeeld kunnen worden.