5.3.5 Het einde van het stoken
Nadat de sintels zijn opgebrand, sluit u de deuren, de verbrandingsluchtregelaars en de rookgasklep.
Controleer voordat u het rookkanaal sluit of de sintels zijn opgebrand en niet meer gloeien. Bij gloeiende sintels
!
komt koolmonoxide vrij, wat een risico op koolmonoxidevergiftiging veroorzaakt!
Controleer voordat u een vuur maakt of de haard goed functioneert; zie punten 6.1–6.6. Als een vuur moet wor-
!
den gedoofd vanwege een bedieningsfout of een storing, sluit dan de verbrandingsluchtregeling. De bakoven-
deur of de onderhoudsdeur niet openen! Houd de rookgasklep open totdat het brandbare materiaal volledig is
uitgedoofd!
6
PROBLEEMOP-
LOSSING
6.1 ER IS GEEN LUCHTDOORSTROMING IN HET ROOKKANAAL BIJ HET AANMAKEN
Er is geen luchtdoorstroming in het rookkanaal in de volgende situaties:
het rookkanaal is kouder dan de buitenlucht - bijvoorbeeld wanneer de haard enkele dagen niet is gestookt
het rookkanaal is vochtig: De verdamping van vocht bindt warmte en koelt de rookgassen efficiënt af. De afgekoelde
rookgassen kunnen niet opstijgen waardoor de doorstroming wordt onderbroken. Dit is vooral het geval bij gemet
selde schoorstenen die lange tijd niet werden gebruikt.
Verwarm indien nodig het rookkanaal; zie paragraaf 3.3.1.
Als het gebouw niet over automatische ventilatie beschikt, kunt u de luchtafstellingen van de haard en de rookaf
voerklep enkele dagen geopend houden vóór u gaat stoken.
We adviseren om een beschermplaat op het rookkanaal te plaatsen om te voorkomen dat regenwater en sneeuw
kan binnendringen.
bij automatische ventilatie is de ruimte gedeeltelijk vacuüm of is er sprake van een sterke lage druk buiten
Verzeker de luchttoevoer en doorstroming; zie paragraaf 3.1.1.
Als deze maatregelen geen oplossing bieden, neem dan contact op met een ventilatiespecialist.
6.2 PROBLEMEN MET DE LUCHTDOORSTROMING TIJDENS HET STOKEN
Problemen met de luchtdoorstroming zijn te wijten aan vocht uit de rookgassen dat condenseert in de rookkanalen. De
rookgassen bevatten vocht onder de volgende omstandigheden:
5.3.4 De sintelfase
De sintelfase start als de vlammen zijn uitgedoofd. Open de primai-
re luchtregelaar door de regelaar naar de linkerpositie te verplaat-
sen. Dit vergroot de luchtstroom en versnelt de verbranding.
Bij het bakken en koken versnelt het poken van de sintels het ver-
brandingsproces en verhoogt het de temperatuur in de oven. Laat
de sintels eerst 20–30 minuten over het hele rooster opbranden
en stook ze een paar keer op. Gebruik een haardgereedschap om
de sintels op te stoken zodat de donkere sintels aan de onderkant
zichtbaar zijn en de grootste stukken naar boven komen.
Trek vervolgens de sintels naar de voorkant van het rooster en laat
ze daar nog 30 minuten branden, af en toe oppoken. Het verbran-
den van de sintels aan de voorkant van de verbrandingskamer is
een effectieve manier om de temperatuur bovenop de bakoven te
verhogen.
Open de primaire luchtregeling volledig en laat de sintels naar be-
neden vallen. Houd de primaire luchtregeling volledig open totdat
de sintels volledig zijn opgebrand.
7