DAG 3: Stook de hoeveelheid hout die wordt aanbevolen voor het aansteken van een vuur en twee toevoegingen
DAG 4: U kunt de haard normaal stoken volgens de instructies. Zie paragraaf 5.3 en de tabel 7.1.
5.2 STOOKFREQUENTIE EN HOEVEELHEID HOUT
De hoeveelheid hout die nodig is voor het stoken van een haard hangt af van de continue verwarmingsfrequentie. De
verwarmingsfrequentie wordt beïnvloed door de grootte van de te verwarmen ruimte, de verwarmings- en ventilatieop-
lossingen in het gebouw, het constructietype en de buitentemperatuur.
!
Oververhit de haard niet. Oververhitting kan de structuur van de haard, de deur of het rookkanaal beschadigen!
!
Overschrijd nooit de maximale hoeveelheid hout per dag die vermeld staat voor uw specifieke haard in tabel
7.1!
5.3 VERSCHILLENDE STOOKFASES
Volg altijd de instructies voor de luchtregelaars van de haard zoals beschreven in deze handleiding, evenals tabel
!
7.1 met de exacte hoeveelheden hout en extra details.
Voordat u normaal gaat stoken, moeten de droogfase en de opwarming voor het drogen zijn afgerond.
!
5.3.1 Voorbereidingen
Het stoken mag pas beginnen nadat de toevoer van verbrandingslucht, de onbelemmerde instroom in de haard en de
trek van de schoorsteen zijn gewaarborgd (zie paragrafen 3.1–3.3).
en onder de stukken hout; zie tabel 7.1. met de haardspecifieke hoeveelheden hout.
Zorg ervoor dat de lucht vrij rond het hout kan stromen. Laat ongeveer 20 cm vrij tussen het hout en het deurglas.
Steek het vuur op meerdere plekken aan zodat het snel begint te branden.
Het hout dat u toevoegt heeft een grotere diameter dan het hout dat wordt gebruikt om het vuur aan te steken. Het
hout voor toevoegingen bij bakovens moet een diameter hebben van 8-10 cm en een lengte van 33 cm.
Volg de instructies voor het plaatsen van hout en de maximale toevoeging van hout zoals vermeld in tabel 7.1.
AANPASSING VAN DE TREK TIJDENS HET STOKEN:
De trek is goed wanneer het hout gelijkmatig brandt met een rustig knappend, helder vuur. Als het vuur onstuimig is en
sterk knapt, is de trek te sterk. Verminder in dat geval de trek door de rookgasklep iets te sluiten.
Bij een te zwakke trek en onvoldoende verbrandingslucht ontstaat er roet en zet zich koolstof af in de rookkanalen.
Koolafzettingen verminderen de warmteopslagcapaciteit van de haard en vormen een brandgevaar!
6
5.3.2 Aansteken van het vuur
Bij het aansteken van het vuur is het belangrijk dat de verbran-
ding snel op gang komt. Open de verbrandingsluchtregelaar en de
onderhoudsdeur. Open de primaire luchtregelaar door deze op te
tillen en naar de linkerpositie te verplaatsen.
De beste aanmaakmaterialen zijn aanmaakblokjes en houtsnippers.
Gebruik bij het aansteken van het vuur kleine en droge stukken
hout met een diameter van 3 tot 8 cm. Leg het hout losjes en in de
lengterichting in de vuurkamer. Gebruik veel aanmaakhout tussen
5.3.3 Hout toevoegen
Voeg ongeveer 15-25 minuten na het aansteken van het vuur voor
de eerste keer hout toe. Voeg daarna ongeveer elke 20-30 minuten
hout toe, wanneer meer dan de helft van de eerder toegevoegde
hoeveelheid hout is verbrand. Spreid de sintels uit en plaats het ex-
tra hout opeengepakt en kruislings. Bedien de verbrandingslucht-
regelaar aan de voorkant van de bakoven door deze op te tillen en
naar rechts te verplaatsen.
Zorg ervoor dat de lucht vrij rond het hout kan stromen. Laat onge-
veer 20 cm vrij tussen het hout en het deurglas.