4.3 DE ROOKKANALEN EN DE SCHOORSTEEN VEGEN
Neem voor het vegen en reinigen van de schoorsteen de nationale en regionale voorschriften in acht. Een schoorsteen-
veger moet altijd de wettelijk verplichte inspectie en schoonmaakbeurt uitvoeren. Een regelmatige schoonmaakbeurt
voorkomt het gevaar op schoorsteenbrand in het rookkanaal.
Elke schoorsteenbrand moet aan de regionale brandweer worden gemeld. Sluit de luchtregelingen voor de
!
haard en de deuren. Sluit de rookklep niet! Laat de schoorsteen en de haard nakijken door een schoorsteen
veger!
De haard moet regelmatig, minstens één keer per stookseizoen, worden gecontroleerd op properheid en regelmatig
worden gereinigd. De roetlaag op het oppervlak van de kanalen doet afbreuk aan de warmteopslag en de ver-
warmingseigenschappen van de haard.
4.4 SCHOONMAKEN VAN DE HAARDOPPERVLAKKEN
BASISREINIGING
Verwijder stof en afval met een zachte borstel of voorzichtig stofzuigen met een borstelachtig of zacht hulpstuk
Poets de oppervlaktestenen met een vochtige reinigingsdoek en gewone reinigingsvloeistof
VLEKKEN
Veeg vlekken zo snel mogelijk weg. Gebruik een gewone reinigingsvloeistof om vlekken te verwijderen
U kunt de Nunna Uuni- reinigingsspray gebruiken om vetvlekken te verwijderen
Verwijder moeilijke vlekken door op het steenoppervlak te wrijven met schuurpapier (korrel: 180) of met een
schuurspons. Gebruik water voor het opwrijven, zodat het oppervlak vlak en blinkend wordt. Wrijf na het schuren
het opgehoopte schuursel weg met water
DICHTINGEN
Gebruik waterschuurpapier voor de reiniging (korrel: 180)
DEURGLAS
Maak nadat de deur is afgekoeld het binnenglas schoon met vochtig gemaakt papieren zakdoekjes of een
niet-schurend sponsje voor de assen
U kunt ook reinigingsmiddelen gebruiken bedoeld voor de schoonmaak van glas of keramische fornuizen. Volg de
instructies voor het gebruik van het reinigingsmiddel!
!
Gebruik een beschermende, vuurbestendige basis onder kaarsen om tegen vetdruppels te beschermen!
Breng geen deklagen aan op MammuttiSteen, omdat de laag kan veranderen door de warmte of de steen kan
!
donkerder worden tijdens de behandeling!
5
UW NUNNAUUNI-
HAARD AANMAKEN
5.1 KLAARMAKEN VOOR GEBRUIK
Na installatie zal de installateur de trek van de haard en de schoorsteen testen door kleine stukken hout in de ver-
brandingskamer te verbranden. De verbrandingskamer bevat vocht na de installatie die de trek tijdens het droog-
proces kan belemmeren.
!
Alleen bevoegde NunnaUuni-experten mogen een NunnaUuni Oy-haard installeren!
5.1.1 Droogfase
Houd de verbrandingsluchtregeling en de schoorsteenrookklep open gedurende één week na installatie. Indien de
haard verbonden is met een nieuw rookkanaal, volg dan de instructies van de fabrikant of metselaar van rookkanalen
voordat u het rookkanaal in gebruik neemt.
Begin de haard ten vroegste te gebruiken een dag na de installatie.
Maak uzelf, voor u begint met het droogverwarmen, vertrouwd met paragraaf 5.3, die informatie bevat over
!
verbrandingsluchtinstellingen, en tabel 7.1, die informatie bevat over de hoeveelheid hout per specifieke
haard!
DROOGVERWARMEN
Laat, in tegenstelling tot bij normaal gebruik, de verbrandingsluchtregeling en de rookklep open nadat het droog-
verwarmen is voltooid.
67