De juiste temperatuur
Voor de houdbaarheid van levensmid-
delen is het zeer belangrijk dat u de
juiste temperatuur instelt. Als de tempe-
ratuur daalt, ontstaan er minder snel mi-
cro-organismen. De levensmiddelen be-
derven niet zo snel.
De temperatuur in het koelapparaat
stijgt als:
- de deur van het apparaat vaker en
langer open is
- er meer levensmiddelen worden op-
geslagen
- de vers opgeslagen levensmiddelen
warmer zijn
- de omgevingstemperatuur van het
koelapparaat hoger is. Het koelappa-
raat is vervaardigd voor een bepaalde
klimaatklasse (omgevingstempera-
tuurbereik) waar de kamertempera-
tuur niet boven of onder mag liggen.
... in de koelzone
Voor de koelzone adviseren wij een
koeltemperatuur van 4 °C.
Temperatuuraanduiding
De temperatuuraanduiding op het be-
dieningspaneel geeft altijd de ge-
wenste temperatuur aan.
30
Temperatuur instellen
Druk op het bedieningspaneel zo
vaak op de Aan/Uit-toets, totdat de
gewenste temperatuur in de tempera-
tuuraanduiding verschijnt.
Mogelijke instelwaarden
- Koelzone: 2 tot 8 °C
Als u de temperatuurinstelling heeft
gewijzigd:
Controleer de temperatuur na enkele
uren. Pas dan is de ingestelde tempe-
ratuur bereikt.
- na ca. 6 uur bij een koelapparaat dat
niet zo vol is
- na ca. 24 uur bij een vol koelapparaat
Als de temperatuur na deze tijd te hoog
of te laag is:
Stel de temperatuur opnieuw in.